T8 B2 Enzymen

Cards (6)

  • Enzymen
    >Eiwitten die chemische omzettingen katalyseren er ervoor zorgen dar stofwisselingsprocessen goed verlopen
    >Kunnen zich niet verbruiken
  • Substraat
    >De stof waarop een enzym inwerkt, deze binden in het actieve centrum
    >Sleutel-slot principe
  • Enzym-substraat complex
    >Wanneer het enzym en substraat binden
    >Als de reactie plaatsvind breekt het reactieproduct af, dit maakt een nieuwe reactie mogelijk.
  • Enzymactiviteit
    >Hoe snel een reactie verloopt
    >Temperatuur en zuurgraad hebben een grote invloed op de enzymactiviteit.
    >Berekent door te meten hoeveel substraat per tijdseenheid wordt omgezet of hoeveel reactieproduct er ontstaat
  • Optimumkromme
    >Het verband tussen temperatuur en de enzymactiviteit
    1. minimumtemperatuur -> het enzym wordt actief
    2. optimumtemperatuur -> hoogste enzymactiviteit
    3. maximaaltemperatuur -> geen overig enzymactiviteit
  • PH, zuurgraad
    >(Normaal) lager dan 7 betekent dat de PH veel waterfionen bevat
    > hoger dan 7 betekent dat de PH te weinig waterfionen bevat
    De ruimtelijke structuur van een enzymmolecuul blijft intact tot een bepaalde PH, het optimum.
    -> Verhoging of verlaging zorgt dat de vorm van het actieve centrum verandert waardoor de enzym zijn werking verliest. Dit is meestal onomkeerbaar.