gefaciliteerde diffusie

Cards (20)

  • Wat heeft een potentiaalverschil volgens de opmerking in de tekst?
    Enkel het plasmamembraan heeft een potentiaalverschil
  • Wat is gefaciliteerde diffusie?

    Gefaciliteerde diffusie is een vorm van passief transport met transporteiwitten
  • Wat zijn de twee soorten transporteiwitten betrokken bij gefaciliteerde diffusie?

    • Carriers
    • Ionenkanalen
  • Wat zijn de twee vormen van carriers in gefaciliteerde diffusie?

    Uniporters en gekoppelde transporters
  • Wat zijn de twee types gekoppelde transporters?
    • Symporters: transporteren deeltjes in dezelfde richting
    • Antiporters: transporteren deeltjes in verschillende richtingen
  • Wat is het mechanisme van carrier-gemedieerd transport via uniporters?

    Binding, conformatieverandering, dissociatie aan de andere zijde
  • Wat is de snelheid van transport via carriers en ionenkanalen?

    10 à 1000 moleculen/s voor carriers en 10^6 tot 10^8 ionen/s voor ionenkanalen
  • Wat zijn de eigenschappen van carrier-gemedieerd transport?

    • Passief transport
    • Specificiteit van het transport
    • Inhibitie (competitieve en niet-competitieve)
    • Saturatie en maximale transportsnelheid (Vmax)
    • Affiniteit
  • Wat is competitieve inhibitie in carrier-gemedieerd transport?

    Een nieuwe molecule bindt op dezelfde bindingsplaats, waardoor het substraat niet kan worden getransporteerd
  • Wat is niet-competitieve inhibitie in carrier-gemedieerd transport?

    Een nieuwe molecule bindt op een andere bindingsplaats, zonder competitie met het substraat
  • Wat is de relatie tussen concentratiegradiënt en transportsnelheid?

    Hoe groter de concentratiegradiënt, hoe sneller de reactie zal verlopen
  • Wat is de definitie van Vmax in carrier-gemedieerd transport?

    De maximale transportsnelheid wanneer elke transporter een molecule gebonden heeft
  • Wat toont de affiniteit (K<sub>m</sub>) van een transporter aan?

    De substraatconcentratie waarvoor de transportsnelheid half maximaal is
  • Wat is het mechanisme van glucosetransport via GLUT?

    • Extracellulaire glucoseconcentratie varieert
    • Influx bij hoge extracellulaire concentratie
    • Efflux bij lage extracellulaire concentratie
    • GLUT heeft specifieke bindingsplaats voor glucose
  • Wat is de rol van GLUT 1 in het lichaam?

    GLUT 1 wordt gebruikt om glucose op te nemen in lichaamscellen
  • Wat is het effect van insuline op GLUT 4?

    Insuline stimuleert de exocytose van GLUT 4 vesikels in het plasmamembraan
  • Wat zijn de verschillende GLUT isovormen en hun functies?

    • GLUT 1: Rode bloedcellen, glucose opname
    • GLUT 2: Levercellen, glucose sensor
    • GLUT 3: Neuronen, continue glucose opname
    • GLUT 4: Spier- en vetweefselcellen, insuline-afhankelijk
  • Wat is het verschil tussen carriers en ionenkanalen in gefaciliteerde diffusie?

    Carriers binden en veranderen van conformatie, ionenkanalen fungeren als poorten
  • Wat drijft gefaciliteerde diffusie van ionen door ionenkanalen aan?

    Een concentratiegradiënt en een elektronische gradiënt
  • Wat zijn de basisconcepten van cellulaire elektrofysiologie?

    • Evenwichtspotentiaal voor ionen
    • Concentratiegradiënt
    • Elektronische gradiënt