paradigmas

• rationele actor paradigma:

  handelen van individu/collectief is gevolg van logische afwegingen

  Aannames:

  1. doelgericht kosten en baten afwegen
  2. rationele handelen van actoren ordent samenleving
  3. handelen tot nutsmaximalisatie kan nadelig zijn voor collectief
• conflict paradigma

  groepen voeren strijd tegen elkaar

  aannames:

  1. ongelijkheden zijn gevolg van machtsverschillen
  2. ongelijkheid leidt tot conflict
  3. strijd leidt tot geen ongelijkheid
  4. na verloop tijd weer nieuwe vormen van ongelijkheid
• functionalisme paradigma

  samenleving is een organisme, functie zorgt voor stabiliteit

  aannames:

  1. elke samenleving bestaat uit onderdelen en die zijn noodzakelijke voor algehele functioneren
  2. alle onderdelen hebben functie
  3. externe omstandigheden dan samenleving vindt nieuwe evenwicht
  4. gemeenschappelijke normen en waarden zijn sociale stabilisatoren
• sociaal-constructivisme

  nadruk op wijze waarop mensen samen de maatschappelijk werkelijkheid interpreteren en daaruit construeren de sociale werkelijkheid

  aannames:

  1. actoren geven samen betekenis aan sociale werkelijkheid
  2. interpreteren van sociale werkelijkheid, hang af van normen en waarden dus niet objectief feiten
  3. in sociaalhandeling, construeren actoren de sociale werkelijkheid
  4. sociale werkelijkheid is steeds vernieuwd