T9 B3 Eiwitsynthese

Cards (9)

  • RNA
    >Enkelstrengs nucleïnezuur
    >Bestaat uit nucleotiden die als monosachariden ribose en als stikstofbasen Adenine, Cytosine, Guanine en Uracil bevatten (in plaats van CGAT is het nu CGAU).
    >RNA brengt informatie over voor de synthese van een eiwit naar een ribosoom (omdat het een enkelstrengs nucleïnezuur is past het door het celmembraan).
  • MessengerRNA (mRNA)

    >RNA die de informatie voor de synthese van een eiwit overbrengt naar een ribosoom in het cytoplasma.
  • Transcriptie
    Vorming van mRNA langs DNA (kopiëren)
  • Translatie
    >Aminozuren worden in een ribosoom aan elkaar gekoppeld tot eiwitten in een volgorde die wordt bepaald door een mRNA-molecuul.
    >A moet tegenover U (of T), C moet tegenover G etc...
  • Codon
    >Drie opeenvolgende nucleotiden in het mRNA die coderen voor 1 aminozuur
  • Genetische code
    >Vertaling van de nucleotidevolgorde in het mRNA naar aminozuren in een eiwit.
  • Startcodon
    >Codon (AUG) waarmee de synthese van een aminozuurketen start
  • Transfer-RNA (tRNA)

    >RNA dat aminozuren uit het cytoplasma naar het ribosoom vervoert
  • Stopcodons
    >Codons die niet coderen voor een aminozuur waardoor de eiwitsynthese stopt