begin 16e eeuw: 3 grote hoofdsteden o.a. Tenochtitlan = Mexico City --> ligt aan de moerassen van het Texcocomeer
verslagen vijanden / rest:
onderworpen
betalen van een jaarlijkse schatting = tribuut --> producten leveren (huiden, edelstenen, katoen, voedsel, koper, goud, ...) en een aantal mensen --> geofferd aan de goden of als slaaf ingezet
met de Tlaxcalteken vechten de Aztekenveldslagen uit om die hun rijk in bedwang te houden
politiek:
gebieder
= aan het hoofd van het rijk
hoogste functie, niet erfelijk
wordt gekozen uit de koninklijke familie door een raad van priesters, edelen en krijgers
belangrijk als gebieder:
welbespraaktheid: Nahuatl = elegante spraak, Azteken houden wedstrijden in welsprekendheid, organiseren voordrachten en dichten enorm veel
militair leiderschap: als hij niet genoeg krijgsgevangenen maakt, wordt zijn gezag niet aanvaard en zal hij niet lang het hoofd van de maatschappij zijn
Quetzalcoatl:
gevederde slang
god
heeft de maïs uitgevonden
ging terugkeren als een witte man met baard en hij zou van over het water terugkeren
Economisch:
maïs:
gebruikt voor brood, bier en hoofdmaaltijd
gemakkelijk te bewaren in gedroogde toestand
Economisch:
de Azteken kenden het wiel niet
Economisch:
landbouw:
rond Tenochtitlan ligt het Texcocomeer, waarrond de gronden heel vruchtbaar zijn en ze bijgevolg enorm hogelandbouw opbrengsten hebben
in het overwegend droge 'Mexico' bekwamen de boeren zich in irrigatietechnieken --> in het Andesgebergte ontwikkelen ze een systeem van terrasbouw
Economisch:
Azteken:
hebben veel te danken aan de hoge landbouw opbrengsten bij het meer van Texcoco
ze irrigeren niet alleen droge stukken land, maar maken in het meer drijvende landbouweilanden = chinampas --> op rieten vlotten die in de meerbodem verankerd zijn, gooien ze vruchtbaar slib uit het meer
Economisch:
7 weken boeren voedt 1 gezin voor 1 jaar --> de Azteken hebben dus voldoende tijd om zich als ambachtsman of krijger te bekwamen
Economisch:
in het rijk bloeit de handel:
handelaars bereizen heel Midden-Amerika
Azteken hebben geen echt geld --> gebruiken wel cacaobonen of stoffen mantels als ruilmiddel
Economisch:
cacaobonen:
al in de jaren 600cultiveerden de Mayas en de Azteken cacacobomen en maakten zij een drank van de vruchten
de Azteken geloofden dat de cacaobonen uit het paradijs kwamen en dat het hen wijsheid en mach gaf, wanneer men ervan at
cacao = cacauatl
drank die van cacaobonen gemaakt wordt = chocoatl --> enkel voor bevoorrechte personen --> cacaobonen hebben een grote waarde voor de Azteken
Sociaal:
de Azteekse maatschappij bestaat uit verschillende standen en beroepsgroepen
gewone Azteken kunnen opklimmen door:
goed te presteren op het slagveld
priester te worden
een machtige persoon een dienst te verlenen
besluit: het Azteekserijk is goedgeorganiseerd
Religieus: De Azteken geloven dat dewereldal4keervergaanis --> de zonnegod die de 5dewereld zijn licht schenkt, moet met bebloede mensenharten gevoed worden --> anders kan hij de maan en de nacht (het kwaad) niet overwinnen en vergaat de wereld
kinderen offert men aan de regengod
Azteken nemen ook goden over van volkeren die ze onder de voet lopen --> Azteekse godenwereld telt meer dan 2000 goden
Huitzilopochtli:
beschermer van Tenochtitlan
god van
de zon
de oorlog
Tlaloc:
god van
water (in al zijn vormen)
regen
bloed
de bergen
conquistador = de letterlijke betekenis is 'veroveraar'. Hij gaat in Amerika op zoek naar rijkdom.