Save
Vocabulaire: Voyage en France
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Noa
Visit profile
Cards (103)
L’Hexagone
?
de zeshoek = Franrkijk
la région
?
de streek
le département
?
het departement
la ville
?
de stad
la campagne
?
het platteland
le village
?
het dorp
la frontière
?
de grens
le
/
la touriste
?
de toerist
le visiteur
?
de bezoeker
la visite
?
het bezoek
la
promotion
d’une
région?
de promotie van een regio
l’office du tourisme
?
het bureau voor toerisme
se renseigner
?
zich informeren
organiser un séjour
(
à l’étranger
)?
een verblijf organiseren
un voyage organisé
?
een georganiseerde reis
un road trip
?
een road trip
un itinéraire
?
een route, traject
un circuit
?
een rondreis
une aventure
?
een avontuur
une expérience
?
een ervaring
un souvenir
?
een herinnering, soevenir
faire une réservation
/
réserver
?
een reservatie maken, reserveren
proposer une formule
?
een formule voorstellen
une agence de location
?
een verhuurbedrijf
choisir une destination
?
een bestelling kiezen
profiter de
?
genieten van
bénéficier de
?
genieten van (iets concreet)
s’amuser
?
zich vermaken, zich amuseren
passer de bonnes vanances
?
een goede vakantie doorbrengen
découvrir
?
ontdekken
l’hébergement
?
de accomodatie
la gastronomie
?
de gastronomie, het eten
les
spécialités locales
?
de lokale specialiteiten
les
restaurants
et
les
bars?
de restaurants en de bars / cafés
faire une croisière
?
een cruise maken
le site touristique
?
een toeristische site
le musée
-
l’exposition?
het muséum - de tentoonstelling
le monument historique
?
het historisch monument
le château
?
het kasteel
le patrimoine culturel
?
het culturele erfgoed
See all 103 cards