Geshiedenis gele bundel woorden

Cards (40)

  • Agarische Revolutie = Neolithische Revolutie, Landbouwrevolutie, ontstaan van de landbouw vanaf 8000v.C in de Vruchtbare Sikkel
  • Ancien regime = Europeese landbouwsamenlevingen voor 1750 (voor de indutstriële revolutie), benaming middeleeuwen en vroegmoderne tijd
  • Archeoloog = Historicus die ongeschreven bronnen uit het verleden onderzoekt
  • argument = wat gebruikt wordt om een stelling te bewijzen of te ontkrachten
  • chronologisch = rangschikken volgens tijd, van oud naar nieuw
  • continentaal = van het vasteland (<=> maritiem)
  • continuïteit = met veel gelijkenissen, zonder veel veranderingen
  • cultureel = domein van de samenleving op vlak van geloof, kunst, wetenschap, onderwijs en communicatie
  • decennium = periode van 10 jaar
  • economisch = domein van de samenleving op vlak van werk, handel, voeding, kleren, wonen, transport en energie
  • eurocentrisme = de ontwikkelingen in de geschiedenis vanuit een Europees standpunt bekijken
  • evolutie = ontwikkeling, vooruitgang
  • globaal = 1 algemeen, in grote lijnen 2 over de hele wereld
  • historische bron = alle geschreven en of niet geschreven overblijfselen die ons informeren over het verleden
  • historisch referentiekader = een methode om een historische gebeurtenis te kaderen in tijd, ruimte en domein van de samenleving
  • hypothese = veronderstelling
  • industriële revolutie = grote mechanisering van de productie ontstaan in Engeland 1750 door uitvinding van machines en bouw van fabrieken
  • interpretatie = de manier waarop je iets beschouwt
  • lokaal = plaatselijk
  • maritiem = wat te maken heeft met de zee
  • materieel overblijfsel = niet-geschreven bronnen : overblijfselen zoals gebouwen, gebruiksvoorwerpen, menselijke resten,...
  • migratie = het verplaatsen van een groep (mensen, dieren, gewassen...) van de ene naar de andere plaats
  • millennium = periode van 1000 jaar
  • mondelinge bron = niet-geschreven, mondeling doorgegeven bron bv. verhalen en legendes, muziek,...
  • mondiaal = met betrekking tot de hele wereld
  • nomaden = mensen die geen vaste verblijfplaats hebben, maar voortdurend rondtrekken
  • periferie = buitenkant, rand (bv van de stad)
  • perspectief = het punt (standpunt) van waaruit iemand iets bekijkt, hoe iemand ergens tegenaan kijkt
  • politiek = domein van de samenleving op vlak van bestuur, wetten, afspraken, rechten en plichten en op militair vlak
  • primaire bron = bronnen die rechtstreeks gemaakt zijn door tijdgenoten en ooggetuigen
  • reconstrueren = herstellen in de oorspronkelijke vorm
  • regionaal = van of voor een bepaald gebied (regio)
  • revolutie = grote omwenteling die invloed heeft op alle domeinen van de samenleving
  • ruraal = landelijk (<=> stedelijk)
  • secundaire bron = bronnen die gemaakt zijn door mensen die niet rechtstreeks bij een gebeurtenis betrokken waren, meestal in een andere tijd. Secundaire bronnen zijn afgeleid van primaire bronnen.
  • sedentair = met een vaste verblijfplaats
  • tijdvak = een historische periode, indeling op de tijdlijn
  • universeel = in alle tijden en op alle plaatsten geldend
  • veralgemenen = algemeen maken, generaliseren
  • vooroordeel = een oordeel dat niet onderbouwd is en/of gebaseerd is op een niet bewezen andere mening.