hoorcollege 7

Cards (36)

  • Psychologie = mind, brain, behaviour.
  • Mind = innerlijk leven (denken, voelen, bewustzijn)
  • Cognitie, mentale processen, neurale mechanismen, gedrag, persoonlijkheid…..
  • Psychologie ↔ Pedagogiek
  • Psychologische theorieën over ontwikkeling, opvoeding en het leren
  • Empirische kennis uit praktijkpraktijk, opvoedadvies, psycholochisch testen
  • Vergelijkbaar (empirisch) wetenschappelijk onderzoek
  • Psychologie = beschrijvend, hoe ontwikkeld een kind zich? ipv wat moeten ze doen?
  • Over het algemeen — focus op individu (cognitie, gedrag, brein) minder op bijv
  • Vaak nomotetisch = op zoek naar algemene wetten, generaliseerbare regels en modellen
  • Pedagogiek = ideografisch, participerend & normatief
  • Behaviorisme (gedragspsychologie)
  • Klassieke conditionering
  • Aanleren van bepaalde actie (zelf leren/achterhalen) → knopje geeft eten → leert d.m.v
  • Conditioneren → vlak voor het voedsel belletje horen
  • Na conditioneren → belletje zorgt voor kwijlen van hond
  • Je hebt een nieuwe stimulus response geconditioneerd bij de hond
  • Neutrale stimulusongeconditioneerde stimulusongeconditioneerde respons
  • Geconditioneerde stimulus → geconditioneerd respons
  • Modelling = spiegelen, imiteren gedrag volwassenen
  • Operante conditionering
  • Cognitieve (leer)psychologie: informatieverwerkingstheorie
  • Input van omgeving → zintuigelijk of sensorisch geheugen → korte termijngeheugen → (opslag naar/oproepen van) langetermijngeheugen
  • Attachment (hechting), John Bowlby
  • Kinderen bouwen van nature een hechtingsband met hun primaire verzorger
  • Evolutionair doel van hechten → nabij houden van verzorger
  • Ethologie (gedragsbiologie), Harlow
  • Het is niet dat dieren alleen voedsel en veiligheid nodig hebben, maar ook nabijheid en warmte.
  • Imprintingdierenjong hechten aan figuur wat aanwezig is (hechtingsdrang)
  • Sensitiviteit → hoe reageer je?
  • Exploreren vanuit veilige haven → aanwezigheid hechtingsfiguur
  • VB: baby laten stoppen met huilen
  • Negeren → niet binden → uitdoven → extinctie = gedragspsychologie
  • Responsief → kind verwacht ouder → gemoedsrust = attachment
  • Dynamische systeemtheorie
  • Wederkerige beïnvloeding = een kenmerk van complexe systemen