Opvoeden is afhankelijk van de door jou bekende begrippen.
Als je in een rare cultuur opgroeit, heb je dan een goed begrip van opvoeding.
Linguistisch oordeel is voelt dit wel juist?
Paradigmatisch is de manier waarop wij de werkelijkheid ervaren (voor iedereen anders).
Competent is geschikt uitoefenen functie.
Opvoeden kan alleen gebeuren met een lijdend voorwerp.
Volwassene voedt het kind op, zij claimen het gezag om op te voeden.
Wordt gezag geaccepteerd, dan ontstaat een opvoedende relatie.
Wilsontwikkeling is de wil moet gevormd worden.
Beoogd gedrag is we willen dat ze bepaald gedrag gaan vertonen.
Niet uit zichzelf is de opvoedeling uit zichzelf niet geneigd bepaald gedrag te vertonen.
Regels bijbrengen zijn normen = regels en waarden = reden achter de regels.
Statusbegrippen zijn ‘papa’ en ‘mama’ - gezagsrol en ‘kind’ lijdend voorwerp.
Doel van opvoeding is zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
Opvoeden is niet hetzelfde als indoctrinatie.
4x opgevoed zijn: door ouders, door partner, door kinderen, door henzelf.
2x willen is ook opvoeding.
Antinomische relatie is een spanningsverhouding tussen twee polen, waarin de spanning moet blijven en beide polen moeten in balans blijven.
Opvoedingsverhouding is een verhouding waarin beide polen (vrijheid & binding) moeten erkend worden, wil er sprake zijn van een ‘opvoedingsverhouding’.
Wordt gezag niet geaccepteerd, dan ontstaat er geen opvoeding.
De verhouding klapt om, want de een is afhankelijk van de ander.
Opvoeden lukt alleen als één van de partijen zich onzelfstandig opstelt.