hoorcollege 1

Cards (22)

  • Opvoeden is afhankelijk van de door jou bekende begrippen.
  • Als je in een rare cultuur opgroeit, heb je dan een goed begrip van opvoeding.
  • Linguistisch oordeel is voelt dit wel juist?
  • Paradigmatisch is de manier waarop wij de werkelijkheid ervaren (voor iedereen anders).
  • Competent is geschikt uitoefenen functie.
  • Opvoeden kan alleen gebeuren met een lijdend voorwerp.
  • Volwassene voedt het kind op, zij claimen het gezag om op te voeden.
  • Wordt gezag geaccepteerd, dan ontstaat een opvoedende relatie.
  • Wilsontwikkeling is de wil moet gevormd worden.
  • Beoogd gedrag is we willen dat ze bepaald gedrag gaan vertonen.
  • Niet uit zichzelf is de opvoedeling uit zichzelf niet geneigd bepaald gedrag te vertonen.
  • Regels bijbrengen zijn normen = regels en waarden = reden achter de regels.
  • Statusbegrippen zijn ‘papa’ en ‘mama’ - gezagsrol en ‘kind’ lijdend voorwerp.
  • Doel van opvoeding is zelfverantwoordelijke zelfbepaling.
  • Opvoeden is niet hetzelfde als indoctrinatie.
  • 4x opgevoed zijn: door ouders, door partner, door kinderen, door henzelf.
  • 2x willen is ook opvoeding.
  • Antinomische relatie is een spanningsverhouding tussen twee polen, waarin de spanning moet blijven en beide polen moeten in balans blijven.
  • Opvoedingsverhouding is een verhouding waarin beide polen (vrijheid & binding) moeten erkend worden, wil er sprake zijn van een ‘opvoedingsverhouding’.
  • Wordt gezag niet geaccepteerd, dan ontstaat er geen opvoeding.
  • De verhouding klapt om, want de een is afhankelijk van de ander.
  • Opvoeden lukt alleen als één van de partijen zich onzelfstandig opstelt.