LP4: zenuwstelsel

• verschillende neuronen op basis van vorm

  1= unipolair (1 axon)

  2= bipolaire (1 axon 1 dendriet)

  3= multipolair ( 1 axon en meerdere dendriet)

  4= pseudounipolair (axon = dendriet)

  5= anxonisch ( samenmeltingen)

  
• verschillende neuronen op basis van functie

  1. sensorische neuronen
  2. motorneuronen
  3. schakelneuronen
• Witte stof in hersenen is rijk aan gemyelineseerde axonen

  Grijze stof rijk aan zenuwcellen en kortere axonen
• In ruggenmerg ligt de grijze stof centraal en aan de buitenzijde de witte stof

  In de hersenen ligt de witte stof centraal en aan de buitenzijde de grijze stof
• het autonome zenuwstelsel bestaat uit het parasympathische, het sympatische en het enterische zenuwstelsel
• centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg
• het autonome zenuwstelsel

  • Werkt op gradde spiercellen en klieren (hartritme, vertering,…)
  • Gestuurd door de hypothalamus
  • Sympathicus voor fight or flight
  • Parasympathicus voor rest or digest
• A = pre ganglionaire vezel

  B = ganglion

  C = post ganglionaire vezel

  D = somatisch

  E = sympathicus

  F = parasymathicus