Door oranismen van dezelfde soort te kruisen via geslachtelijke voorplanting, proberen plantenveredelaars en fokkers van dieren nakomelingen te krijgen met speciale erfelijke eigenschappen.
Bij kruisingen geef je ouders aan met de letter P.
De nakomelingen geef je aan met F1.
Als de nakomelingen zich onderling voorplanten, ontstaat hieruit een tweede generatie nakomelingen, die je aangeeft met F2.
Bij planten kan de F2 ook ontstaan na zelfbestuiving van planten in F1. Hierbij wordt stuifmeel van meeldraden overgebracht op de stempels van bloemen die zich aan dezelfde plant bevinden.
In stambomen worden mannelijke organismen aangeduid met een vierkant en vrouwelijke organismen met een cirkel.
In de legenda van een stamboom staat aangegeven wat de kleuren betekenen.