LP1: inleiding tot de technieken

Cards (11)

  • Radiofarmacon
    koud deel = bepaald opnameplaats
    radioactieve label = radioisotoop
  • Radiologie: Externe stralingsbron; transmissie.Wanneer toestel uit: geen straling, Dosis pt = afh. van aantal foto’s, geen nazorg, mogelijk contrastallergie

    Nucleaire geneeskunde: Interne stralingsbron: Emissie, Wanneer klaar met onderzoek; wél straling ,Dosis pt = afh. van eff. Half-life, wel nazorg; patiënt is radioactief, geen contrastallergie (want microhoeveelheden contrast) (tenzij gebruik CT)
  • nucleaire geneeskunde: functionele beeldvorming, pt straalt straling, interne radioactieve bron (radioactieve tracer)
  • radiologie: anatomische beeldvorming, camera straalt straling. externe bron van straling.
  • Diagnostische radiologie; radiologie om een diagnose te maken
    Interventionele radiologie; radiologie gebruiken voor een behandeling
  • ALARA – As Low As Reasonably Achievable
  • Botscintigrafie (MDP)
    • Tc 99m -diphosphonate
    • Lokalisatie door binding aan de actieve vorm van hydroxyapatite
    • Waar osteoblastische activiteit is zal deze tracer kenbaar zijn
    • Niet specifiek, maar wel gevoelig (trauma en artrose)
    • Hele lichaam beeldvorming na 3 uur van de toediening
    • Vaak toegepast voor bot metastase
  • Sentinel node imaging (nanocolloid)
    • Eerste lymfklier in een lymfestroom
    • Tumorcellen worden vastgehouden
    • Als deze lymfe tumor vrij is, is er nog geen lymfogene uitzaaiing
    • Signaleert alleen de SN, zegt niet over de tumoraantasting
  • Radiofarmacon bij PET
    • Gemaakt in een cyclotron (on-site gemaakt)
    • Fluor-18 het vaakst gebruikt met een T1/2 van 2 uur
    • Radioactieve stof kan worden ingebouwd in een organische stof
    • Nadeel; kosten van zwaar water
  • hoe Tc 99m ontstaat=> door verval van Molybdeen
  • FDG = glucose + fluoride