verzadige vetzuren hebben een kop die zeer hydrofiel is en een staart die zeer hydrofoob is
Galzouten
zijn lipide structuren met een polaire kant (zuurgroep) met een apolaire “staart” Vet die je opneemt door je voeding zullen grotendeels triglyceriden zijn, triaglycerol.
Galzouten kunnen met de hydrofiele en -fobe kant vetten insluiten en in kleine micellen breken.
Lipase breekt de triglyceriden af tot de bouwstenen en deze worden als chylomicronen getransporteerd naar de lever en andere organen Triaglycerol wordt omgezet tot vetzuren, waarna het door de cellen aan het darmlumen kunnen worden opgenomen. Hier wordt het weer als triaglycerol gevormd.
Chylomicronen
Triaglycerol wordt uit de darmcellen gebracht in kleine vetdruppeltjes, genaamd chylomicronen. Deze zullen door de darmlymf gaan en zo in de bloedvaten komen.
Chylomicronen
transporteerten: Vet-oplosbare vitaminen e/o Triacylglycerol of Cholesteryl esters
Uit cholesterol waar door acylCoA wordt met een vettig acyl-CoA de CoA afgescheiden en cholesterylester gevormd.
Vettig acyl-CoA vorming
Geven vetzuren af
Aan adipose en spier
Via de LPL-receptor
Cholesterol-rijke chylomicronen-remnants worden weggebracht naar de lever.
Deze worden opgenomen doo1r LDL-R op de lever (endocytose)
Cholesterol en enige vetzuren worden in de lever overgedragen op VLDL
Opname van vetten:
vetzuren en monoglycerides worden geemulgeerd door galzouten en vormen micellen
vetzuren enteren de epitheel cellen en linken om triglycerides te vormen
triglycerides vormen samen met proteinen in het golgi systeem om chylomicronen te vormen
chylomicronen gaan binnen in de lymfevaten and worden weggevoerd van de darmen
Lipoproteïne lipase
De affiniteit van lipoproteïne lipase bepaalt hoe snel een cel schakelt naar vetmetabolisme als energievoorziening of langer vast blijft houden aan glycolyse
Spieren sneller dan hart
Nadat de chylomicron vetten heeft afgegeven ontstaan er remnants
Deze zijn cholesterolrijk en horen naar de LDL-receptor in de lever te gaan
Kunnen, wanneer ophoping in bloedvaten (LDL-R gesatureerd ofwel disfunctioneel), zorgen voor atherosclerotische plaques.
lipoproteinen
VLDL (very-low density lipoproteïns)
Wordt in de bloedbaan gebracht
Geven vetzuren af
Aan adipose en spier
Worden na afgifte vetzuren IDL
IDL (Intermediate density lipoproteïns). Wordt:
ofwel naar de lever gebracht
ofwel verder als LDL
LDL
Gaat naar
ofwel cellen die niet tot de lever behoren
Deze vormen HDL
ofwel hepatische cellen
HDL
Deze gaat naar
de lever
endocriene klieren voor hormoonsynthese
Indien opbouw: Plaques
wanneer de petose fosfaat pathway vast loopt, kan er ook geen vetsynthese plaatsvinden vanwege de NADPH
De vorming van Malonyl-CoA is de determinerende stap → AcCoA-carboxylase is het regelenzym Wordt geregeld met B7 als cofactor
Beide acetyl-CoA carboxylase en vetzuur synthase worden gestimuleerd door insuline
Acetyl-CoA carboxylase wordt allosteergeactiveerd (gevormd tot een actieve polymeer) door de aanwezigheid van citraat buiten de mitochondrie. Deze omzetting wordt allosteergeïnhibeerd door de aanwezigheid van lange-keten vettig acylCoA.
Veel van vettige acyl-CoA -> weinig malonyl-CoA vorming en andersom
HMG-CoA reductase: Dit enzym is de regelgevende stap in de cholesterolsynthese.
De lever, darm, adrenalecortex en het reproductiefsysteem hebben een hogere flux voor de cholesterol pathway
Hier worden bijvoorbeeld steroïdhormonen geproduceerd
Stel carnitine shuttle werkt niet → vetophoping in alle weefsels; spier, lever
Bij spontane afsplitsing van de zuurgroep (CO2) van Acetoacetaat, wordt deze omgezet tot aceton.
aceton is een vluchtig product
alleen nuttig om te kijken of iemand aan fulminante ketogenese doet.
Te ruiken aan de adem → heel zoet
Dipstick in urine → ketonovermaat is te vinden in urine.