Latijn - voc. 558-580

Cards (23)

  • socius
    socii m.
    de bondgenoot; de deelgenoot
  • taurus
    tauri m.
    de stier
  • flamma
    flammae v.
    de vlam
  • ripa
    ripae v.
    de oever
  • via
    viae v.
    de weg
  • consilium
    consilii o.
    het overleg; de raad; het plan
  • monstrum
    monstri o.
    het wonder; het monster
  • praemium
    praemii o.
    de beloning
  • durus
    ~a, ~um
    hard
  • fessus
    ~a, ~um
    vermoeid
  • obscurus
    ~a, ~um
    duister; onbeduidend
  • tantus
    ~a, ~um
    zo groot
  • quantus
    ~a, ~um
    hoe groot; (zo groot) als
  • sacer
    sacra, sacrum
    heilig; gewijd
  • custos
    custodis m.
    de bewaker
  • dens
    dentis m.
    de tand
  • flos
    floris m.
    de bloem
  • hospes
    hospitis m.
    de gast; de gastheer
  • vates
    vatis m.
    de waarzegger; de dichter
  • condicio
    condicionis v.
    de voorwaarde; de toestand
  • vox
    vocis v.
    de stem; het woord
  • decus
    decoris o.
    de eer; het sieraad
  • munus
    muneris o.
    de taak; het geschenk