Save
LAT - vocabulaire 🏛️
paasexamen 🐣
Latijn - voc. 601-620
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Clara Hana
Visit profile
Cards (20)
custodire
~
io
bewaken
oriri
~
ior
[ortus sum]
ontstaan
;
opkomen
cupere
~
io
[cupivi, cupitum]
verlangen
offerre
~
fero
[obtuli, oblatums]
aanbieden
contra
(
bijwoord
)
ertegenover
;
anderzijds
immo
(
bijwoord
)
integendeel
;
sterker
nog
interdum
(
bijwoord
)
soms
interea
(
bijwoord
)
intussen
quoque
(
bijwoord
)
ook
quamvis
(
ondersch.
voegw.
)
hoewel
;
hoe
...
ook
dolus
doli
m.
de list
femina
feminae
v.
de vrouw
vacuus
+
abl
.
~
a
, ~
um
leeg
;
vrij
van
liber
+
abl.
libera
,
liberum
vrij
(
van
)
fraus
fraudis
v.
het bedrog
os
oris
o.
de mond
;
het gelaat
parere
+
dat.
~
eo
gehoorzamen
sedere
~
eo
[sedi, sessum]
zitten
tueri
~
eor
[tuitus sum]
bekijken
;
beschermen
fluere
~
o
[fluxi, fluxum]
vloeien