Hoofdstuk 11, Transport

Cards (92)

  • Het hart is een holle spier met een linker- en een rechterhelft die volledig van elkaar gescheiden zijn.
  • Slagvolume is de hoeveelheid bloed die per hartslag een hartkamer verlaat.
  • De linkerhelft van het hart pompt O2-rijk bloed naar de weefsels en organen.
  • De rechterhelft van het hart pompt O2-arm bloed naar de longen.
  • Hartslagfrequentie is het aantal hartslagen per minuut.
  • Hartminuutvolume geeft aan hoeveel bloed er per minuut het lichaam rondgaat.
  • Hartminuutvolume = hartslagfrequentie x slagvolume
  • Kransslagader is de slagader die de hartspier voorziet van zuurstof en voedingsstoffen.
  • Hartinfarct is en ernstige verstoring in een deel van de hartspier door onvoldoende zuurstoftoevoer, bijv. door een vernauwing van de kransslagader.
  • Boezems zijn de bovenste holle ruimtes in het hart die bloed ontvangen via de aders en doorgeven aan de kamers.
  • Sinusknoop is een groep speciale spiercellen in de wand van de rechterboezem, die een elektrische prikkel afgeeft waardoor de spiervezels van de boezems samentrekken.
  • De sinusknoop is het begin van het prikkelgeleidingssysteem, die leidt de elektrische prikkels uit de sinusknoop over de hartspier.
  • Het prikkelgeleidingssysteem is het systeem van gespecialiseerde vezels en spiercellen in de hartspier.
  • AV-knoop is een groep speciale cellen in de want tussen de beide boezems, geeft elektrische prikkels af waardoor de kamers van onder naar boven samentrekken.
  • Kamers zijn de onderste holle ruimtes in het hart die bloed ontvangen uit de boezems en de slagaders in pompen.
  • ECG is een registratie van de elektrische activiteit van de hartspier.
  • Aorta is een grote lichaamsslagader.
  • Kransaders zijn aders die zuurstofarm bloed vanuit de hartspier afvoert naar de rechterboezem.
  • Plaque is afzetting van vetachtige stoffen in de bloedvaten.
  • Dotterbehandeling is het wijder maken van een vernauwde kransslagader met behulp van een ballonnetje.
  • Een bypassoperatie is een operatie waarbij een arts met behulp van bloedvaten van de patiënt een omleiding maakt langs een vernauwing van een kransslagader.
  • Holle aders zijn grote aders, die zuurstofarm bloedt ontvangen uit de organen en afvoert naar het hart. Je lichaam heeft een bovenste en onderste holle ader.
  • Vulfase is de fase in de hartcyclus waarin bloed via de boezems de kamers instroomt.
  • Hartkleppen zijn kleppen tussen de boezem en de kamer, ze verhinderen het terugstromen van het bloed van de kamer naar de boezem.
  • Pompfase is de fase in de hartcyclus waarin de kamers samen trekken, waardoor bloed het hart verlaat.
  • Ontspanningsfase is de fase in de hartcyclus waarbij de hartspier ontspannen is. Bloed loopt via de boezems de kamers in.
  • Welke fase van het hartcyclus zie je bij afbeelding A?
    Vulfase
  • Welke fase van het hartcyclus zie je bij afbeelding B?
    Samentrekken van de boezems
  • Welke fase van het hartcyclus zie je bij afbeelding C? Pompfase
  • Welke fase van het hartcyclus zie je bij afbeelding D?
    Eind pompfase
  • Welke fase van het hartcyclus zie je bij afbeelding E?
    Ontspanningsfase
  • Slagaderkleppen zijn kleppen tussen de hartkamer en de slagader, ze verhinderen het terugstromen van het bloed naar de kamer.
  • Gaswisseling is het uitwisselen van O2 en CO2 tussen de haarvaten en de weefsels.
  • Kleine bloedsomloop is de weg van het bloed bij de opname van O2, van de rechterharthelft via de longen naar de linkerharthelft.
  • Welke bloedsomloop zie je op de afbeelding?
    Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop is de weg van het bloed bij afgifte van O2, van de linkerharthelft via de organen naar de rechterharthelft.
  • Welke bloedsomloop zie je op de afbeelding?
    Grote bloedsomloop
  • Dubbele bloedsomloop is de bloedsomloop waarbij het bloed tijdens één rondgang twee keer het hart passeert.
  • Welke bloedsomloop is te zien op de afbeelding?
    Dubbele bloedsomloop
  • Slagader laag 1: Buitenlaag van bindweefsel.