hc 11

Cards (10)

  • ca2+ concentratie regelt de intensiteit van contractie
  • tijdens fase 2 van atiepotentiaal gaat ca2+ via L-type ca2+ kanalen in de cel. Er is ca2+ opgeslagen in het sarcoplasmatisch reticulum. Dat gaat eruit wanneer ca2+ in de cel komt en de ryanodine receptoren stimuleert. Dan gaan de kanalen in het SR open en dat zorgt voor een forse stijging van ca2+ concentratie.
  • Bij relaxatie wordt ca2+ teruggepomt in het SR door serca-pompen
  • phospholamban is de rem van de serca-pompen, als je dat fosforyleert dan gaat de rem eraf en wordt er ca2+ terug in het SR gepompt. fosforylatie gebeurt bij een verhoging van ca2+ concentratie
  • relaxatie in de cel wordt bewerkstelligd door serca-pomp, na/ca uitwisselaar, ca2+ pomp
  • bètareceptoren zijn gevoelig voor catecholamines
  • stimulatie van bètareceptoren zorgen voor hogere concentratie prokinase A, die fosforyleert L-type ca2+ kanalen. Daardoor meer ca2+ in de cel.
  • snellere repolarisatie door fosforylatie van phospholamban
  • T-tubuli bevateen veel meer L-type ca2+ kanalen dan de rest van het sarcolemma. Het zorgt voor een synchronisatie van ca2+ release
  • sarcolemma is het celmembraan van dwarsgestreepte spieren