Section F NF

Cards (16)

  • dankzij
    grâce à
  • vooral
    surtout
  • eerst
    d'abord
  • na, daarna
    après
  • de mond
    la bouche
  • het lichaam
    le corps
  • bewegen
    bouger
  • een wandeling maken
    faire une promenade
  • het vuur
    le feu
  • het geluid
    le son
  • het verhaal
    l'histoire
  • vieren
    fêter
  • de hele wereld
    le monde entier
  • uitgaan, komen uit
    sortir
  • de bakker
    le boulanger
  • het gebak, de banketbakkerij
    la pâtisserie