Save
LAT - vocabulaire 🏛️
paasexamen 🐣
Latijn - voc. 641-660
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Clara Hana
Visit profile
Cards (20)
pecus
pecoris
o.
het vee
magistratus
magistratus
m.
het ambt
;
de magistraat
numerare
~
o
tellen
adiuvare
~
o
[adiuvi, adiutum]
helpen
mirari
~
or
zich
verwonderen
over
;
bewonderen
apparere
~
eo
verschijnen
;
blijken
terrere
~
eo
bang maken
valere
~
eo
gezond
zijn
;
krachtig
zijn
;
in
staat
zijn
caedere
~
o
[cecidi, caesum]
hakken
;
doden
deserere
~
o
[deserui, desertum]
verlaten
occidere
~
o
[occidi, occisum]
doden
poscere
~
o
[poposci, -]
eisen
remittere
~
o
[remisi, remissum]
terugzenden
;
laten
gaan
surgere
~
o
[surrexi, surrectum]
opstaan
conficere
~
io
[confeci, confectum]
afmaken
ante
(
a
)
(
bijwoord
)
vroeger
non
iam
(
bijwoord
)
niet
meer
post
(
ea
)
(
bijwoord
)
later
primum
of
primo
(
bijwoord
)
eerst
;
voor
het
eerst
odium
odii
o.
de haat