hc 22

• dode ruimte is luchtwegen waar geen gaswisseling plaatsvindt. de dode ruimte kan toenemen bij ziektes
• alveolaire ventilatie is 4,2 L/min
• het diafragma zorgt voor een negatiever druk in de intrapleurale holte bij inspiratie, daardoor wordt de long groter
• er zit elastine en collageen in alveolaire wanden voor elasticiteit
• type I alveolaire cellen bekleden de wand van alveoli en hebben een dunne wand voor gaswisseling
• type II alveolaire cellen produceren surfactant, dat vermindert de oppervlaktespanning, dus is er verhoogde compliantie
• de hoeveelheid ventilatie hangt af van: (ademarbeid)

  • functie ademhalingsspieren
  • elastische eigenschappen van de long en thorax
  • luchtwegweerstand
• longfibrose betekent meer elastine en collageen en dus is de long minder compliant en is er meer ademarbeid nodig
• emfyseem betekent dat er longweefsel verdwenen is, er is daardoor minder elasiciteit