4. De bronnen van Livius

Cards (7)

  • De Romeinse geschiedschrijving kent een lange traditie, waarin Livius een belangrijke schakel vormde. Het schrift raakte pas vanaf 500 v. Chr. in gebruik, dus voor de periode daarvoor had Livius geen geschreven bronnen tot zijn beschikking.
  • Aan het begin van de Romeinse geschiedschrijving staan de zogenoemde Annales Maximi. Dit waren jaarkronieken, dat wil zeggen lijsten waarop per jaar de belangrijkste officiële gebeurtenissen werden genoteerd door de Pontifex Maximus, het hoofd van het priestercollege. Deze priester moest jaarlijks alle belangrijke gebeurtenissen in chronologische volgorde vastleggen en deze op een wit bord bij zijn huis op te tekenen, zodat alle Romeinen er kennis van konden nemen.
  • Ook hielden belangrijke adellijke families hun eigen archieven bij waarin soms ambtelijke stukken en gedenkschriften, afkomstig van beroemde voorouders, werden bewaard. Bij begrafenissen van voorname familieleden werden indrukwekkende lijkredes gehouden, waarin de verdiensten van de overledenen werden geprezen en deze werden soms bewaard in de familiearchieven. Livius waarschuwt voor de betrouwbaarheid van deze lijkredes, die alleen zichzelf prijzen (en dus gedeeltelijk onwaar kunnen zijn).
  • Livius heeft ook de officieel gepubliceerde senaatsbesluiten (de senatus consulta) gebruikt als bronnen.
  • Welke primaire bronnen gebruikte Livius voor zijn geschiedschrijving?
    Annales Maximi (jaarkronieken), archieven van adellijke families en gepubliceerde senaatsbesluiten (senatus consulta).
  • Livius deed geen eigen onderzoek naar bronnen om ze te controleren. Hij baseerde zijn geschiedenis op secundaire bronnen, dat wil zeggen op het werk van andere geschiedschrijvers. Zo heeft hij voor zijn vierde decade, waarin hij de confrontatie tussen Rome en Griekenland bespreekt, vooral het werk van Polybius gebruikt (200-120 v. Chr.). Hij volgt hem nauwgezet en neemt vaak een onkritische houding tegenover zijn bron aan.
  • Livius is ook veel positiever over het gedrag van de Romeinse senaat, het leger en de aanvoerders dan Polybius, omdat hij de Romeinen idealiseerde. Ook maakt hij fouten in het vertalen van zijn bron, maar in het algemeen is hij eerlijk in zijn behandeling van het materiaal.