Inleiding '23

Cards (14)

  • Chromosomen liggen in het kernplasma en bestaan uit lange moleculen DNA.
  • Op de membranen van ruw endoplasmatisch reticulum zitten ribosomen, die eiwitten produceren.
  • Het afsnoeren van blaasjes door het celmembraan om stoffen naar buiten de cel te exporteren, noem je exocytose.
  • Lysosomen zijn blaasjes die in de cel blijven.
  • Mitochondriën vormen ATP door verbranding van glucose.
  • Bladgroenkorrels zetten tijdens fotosynthese lichtenergie om in glucose.
  • Endocytose is het afsnoeren van blaasjes door het celmembraan om stoffen in de cel op te nemen.
  • Diffusie is de verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een lage concentratie.
  • Diffusie is passief transport.
  • Osmose is diffusie van water door een semipermeabel membraan.
  • De osmotische waarde wordt bepaald door het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid.
  • Als er twee oplossingen met verschillende waardes gescheiden zijn door een semipermeabel membraan, gaat er water van de kant met de laagste waarde naar de kant met de hoogste.
  • Leg je een cel in een oplossing met een lagere osmotische waarde, zal water door osmose de cel binnengaan.
  • In een oplossing waar de osmotische waarde hoger is zal water de cel uitgaan.