Save
LAT - vocabulaire 🏛️
paasexamen 🐣
Latijn - voc. 681-700
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Clara Hana
Visit profile
Cards (20)
circiter
(
bijwoord
)
ongeveer
quando
(
bijwoord
)
wanneer
quare
(
bijwoord
)
waarom
quo
(
bijwoord
)
waarheen
unde
(
bijwoord
)
vanwaar
; (
vandaar
) ...
vanwaar
an
(
vraagpartikel
)
of
-ne
(
vraagpartikel
)
(
wordt
niet
vertaald
);
of
nōnne
?
(
vraagpartikel
)
toch
wel
?
num
(
vraagpartikel
)
toch
niet
?;
of
utrum
...
an
(
vraagpartikel
)
(
of
) ...
of
cibus
cibi
m.
het voedsel
libertus
liberti
m.
de vrijgelatene
familia
familiae
v.
het gezin
;
het personeel
hora
horae
v.
het uur
lacrima
lacrimae
v.
de traan
mora
morae
v.
het getreuzel
;
de vertraging
statua
statuae
v.
het standbeeld
beneficium
beneficii
o.
de weldaad
cubiculum
cubiculi
o.
de slaapkamer
ingenium
ingenii
o.
het karakter
;
het talent
;
het verstand