dode ruimte is het deel van de long dat niet meedoet aan gaswisseling, het bestaat uit een anatomisch deel en fysiologisch deel
apex van de long is al verder uitgerekt dan de basis van de long door een negatievere druk
zuurstofdruk is lager in apex, want er is minder zuurstofaanvoering
pulmonale circulatie heeft een lage druk maar de hele CO moet erdoorheen dus weinig weerstand en een hoge compliantie door weinig elastische vezels
bij inspanning kan de pulmonalecirculatie meer vaatjes doorbloeden en complianter zijn voor meer flow
bloedvaten bij alveoli worden dichtgedrukt bij inspiratie resulterend in een hogere weerstand
bloedvaten die niet bij alveoli liggen worden groter door de negatieve druk in de longen bij inspiratie waardoor de weerstand afneemt. Bij FRC is de weerstand het laagst
perfusie is slechter in apex dan in basis
V/Q verhouding in long is niet overal 1:1
in de apex is minder perfusie dan ventilatie
in de basis is minder ventilatie dan perfusie
oorzaken hypoxemie:
bij hoogte
diffussiestoornis
slechte ventilatie
meer verbruikt dan aangevoerd
V/Q mismatch
absolute shunt is wel perfusie maar geen ventilatie
absolute doderuimte is wel ventilatie maar geen perfusie
optimaal is V/Q tussen 0,8 en 1,2
binnen de long hebben we relatieve shunts en relatieve dode ruimtes
de apex is een voorbeeld van een relatieve dode ruimte
bij lage V/Q (shunt) doen de longen aan hypoxische vasoconstrictie om een mindere V/Q mismatch te krijgen
bij hoge V/Q (dode ruimte) doen de longen aan bronchoconstrictie om een mindere V/Q mismatch te krijgen
ideale long: PAO2 = PaO2
PaO2 is de zuurstofdruk in linkeratrium gemeten
we hebben een anatomische shunt, want de arterie bronchialis voorziet de bronchiën en bronchioli van bloed. er is geen vene bronchialis dus het bloed uit de arterie bronchialis vermengt met het zuurstofrijke bloed uit de alveoli.
we hebben een fysiologische shunt door lokale V/Q mismatch