hc 28

• dyspneu door longen:

  • hypoxemie
  • veel ademarbeid nodig voor ventilatie
  • bronchospasme
• dyspneu door cardiaal probleem (tachypneu):

  • pulmonale c vezels gestimuleerd door vocht (hijgen)
  • verstoring systole
  • verstoring diastole
• hypertensie leidt tot linkerventrikelhypertrofie, de spierontwikkeling is concentrisch waardoor de kamer minder goed kan vullen
• bij oedeem in de benen ga je meer plassen s'nachts, want bij plat liggen stroomt het vocht naar je hart en gaat daarna naar de nieren
• immobilisatie -> pomp functie in kuiten doen weinig waardoor het bloed gaat stollen bij de kleppen in de venen, dan schiet vervolgens een stolsel los en loopt vast in het capillairbed van de longen -> longembolie
• bij een kwetsbaar hart kan tachycardi leiden tot atriumfibrileren wat een korte vullingsfase tot gevolg heeft
• COPD -> chronische obstructie van de luchtwegen -> steeds meer lucht blijft achter in de longen (air trapping) -> hyperinflatie, je gaat heel hoog ademen
• hyperinflatie heeft verhoogde ademarbeid
• emfyseem -> CO moet door minder vaten en daardoor pulmonale hypertensie
• een lage zuurstofdruk zorgt voor hypoxische vasoconstrictie