oceanische korst is 5-10 km dik en bestaat uit basalt
donker gekleurd, ijzer en magnesiumrijk en kwartsarm
continentale korst is 5-10 km dik en bestaat uit graniet
minder zwaar, ijzer en magnesiumarm en kwartsrijk
gesteenten zijn opgebouwd uit mineralen (kristallen): vast stoffen met specifieke samenstelling en eigenschappen met herhalende ordening van atomen
kristalijn mineraal: regelmatige ordening van atomen
amorf mineraal: onregelmatige ordening van atomen door korte stoltijd
licht gekleurde mineralen: kwarts en veldspaat
bevatten siliciumoxide en aantal lichte mineralen (Al, K, Ca, Na)
donker gekleurde mineralen: mica (biotiet) en donkere minderalen (olivijn, amfibool)
bevatten siliciumoxide en zwaardere mineralen (K, Mg, Fe)
stollingsgesteente: ontstaan van basalt en graniet door stolling van magma
sedimentgesteente ontstaan door verwering en erosie
metamorfe gesteente ontstaan onder hoge druk en temperatuur en worden omgevormd
dieptegesteente: ontstaan van kristallen in gesteente door langzame koeling van aardkorst
alle mineralen even groot en duidelijk zichtbaar
geen specifieke orientatie van mineralen
massief (geen holtes)
vulkanische gesteente
amorfe grondemassa (geen zichtbare mineralen)
bevat fenokristen
vaak holtes aanwezig
fenokristen: eerstgevormde, grote, kristallen in een fijn kristalijne grondmassa
verwering: afbraak van gesteenten door water, lucht en organismen
fysische en chemische verwering kunnen elkaar versterken
erosie: uitschurende werking van met puin beladen, ijs, wind, of water
sedimentatie: afzetten van afbraakproducten
afzettingen van rivieren: klei, zand, grind
afzettingen van gletsjers: keileem
afzettingen langs kust: kleien en zanden
afzettingen in zee: kleien, zanden, fijn kalkslib van dode zeeorganismen
klastische sedimenten: vaste fragmenten en gemalen steen
biochemische sedimenten: ontstaan door biologische of chemisce processen
relatie tussen transportmedium en afronding en sortering van afzettingen
gletsjes: slecht afgerond en slecht gesorteerd
rivieren: matig afgerond en matig gesorteerd
wind: goed afgerond en goed gesorteerd
verkitting van sediment: wanneer opgelost mineralen in grondwater neerslaan tussen los sediment
verkitte zouten: kwarts, kalk, ijzeroxide (roest)
verkitte sedimenten: sedimentgesteente die fossielen kunnen bevatten
korrelgrootte
klei: kleiner dan 0.002 mm
zand: tussen 0.002 en 2 mm
grind: groter dan 2 mm
leisteen: metamorfe gesteente gevormd onder zwakke druk en gekenmerkd door microscopische mica's in dezelfde richting
schist: metamorfe gesteente gevormd onder matige druk en gekenmerkt door duidelijk zichtbare mica's in dezelfde richting
gneis: metamorfe gesteente gevormd onder sterke druk en gekenmerkt door veldspaten, kwarts en donkere mineralen gesegregeerd in banden
kwarts/kwartsit: metamorfe gesteente gevormd van zandsteen en gekenmerkt door massief, geen splijting, zichtbare kwartskristallen, hard en splintering
calciet/marmer: metamorfe gesteente gevormd van kalksteen en gekenmerkt door massief, geen splijting, zichtbare calciet kristallen en makkelijk te bekrassen
kringloop van gesteente: proces van ontstaan en verdwijnen van gesteenten op aarde als gevolg van inwendige en uitwendige processen
continentale drift: opsplitsing en beweging van lithosferische platen
gebergte ontstaan bij subductie en botsing van twee lithosferische platen
schilden: oudste delen van aarde
ruggen ontstaan bij divergentie
plooiing: ontstaan golvige structuren (anticlinalen en synclinalen) in plastisch gesteente
breuken: scheuren in niet plastisch gesteente waar verschuivingen plaats kan vinden
diaklazen: barst in gesteente waarlangs geen verschuiving is