Fotografie

Cards (25)

  • De term fotografie werd voor het eerst gebruikt door de Engelsman Sir John Herschel (1792-1871) op 14 maart 1839. De naam fotografie is afgeleid van de Griekse woorden photos (licht) en graphein (schrijven).
  • De allereenvoudigste camera is de camera obscura, die voor het eerst werd gebruikt in de Griekse Oudheid. De camera obscura werd herontdekt in de renaissance. Onder andere bij Leonardo da Vinci lezen we hoe een camera obscura kan gebruikt worden voor het waarnemen van zonsverduisteringen.      
  • De camera obscura is in haar meest eenvoudige vorm een balkvormige lichtdichte doos met in het midden van één van de zijden een gaatje. De lichtstralen afkomstig van een lichtbron (bijvoorbeeld de zon) vallen op het voorwerp (bijvoorbeeld een boom).
  • Afhankelijk van de aard van het oppervlak van het object wordt een gedeelte van het licht geabsorbeerd en het overige deel gereflecteerd. Het gereflecteerde licht is diffuus en dus niet gericht. Het weerkaatst bijgevolg in alle richtingen. Een (klein) gedeelte van dat gereflecteerde licht valt door de opening in het front van de camera obscura. Op de achterwand wordt een omgekeerd beeld geprojecteerd van wat zich voor de camera bevindt (de boom).
  • Het nadeel van een camera obscura:
    Beeld kun je niet vasthouden; dit lukte pas na de uitvinding van de fotografie (1820)
  • Dit fenomeen (per toeval ontdekt) werd gebruikt door kunstenaars die tegen de achterwand hun schilderdoek plaatsten om het geprojecteerde beeld over te kunnen tekenen. Perfect in verhouding en volgens de regels van het perspectief. Of het gebruik van de camera obscura al dan niet afbreuk doet aan de waarde van het kunstwerk en het talent van de kunstenaar is een andere discussie.
  • Het licht dat door het object teruggekaatst wordt is zeer diffuus en zeer zwak. Het gevormde beeld is dusverre van helder. In het geval van de fotografie is dus een lange belichtingstijd nodig. Om de helderheid te verhogen moet de hoeveelheid licht die de opening van de camera obscura binnentreedt, verhoogd worden. Dit zou natuurlijk kunnen door de opening zelf te vergroten, maar dan zou het beeld wel erg onscherp worden. De onscherpte is recht evenredig met de grootte van de opening.
  • De oplossing van het onscherpe beeld van de camera obscura is: het gebruik men sinds de 16de eeuw convergerende lenzen.(= lens die de lichtstralen convergeert naar 1 punt)  Het principe dat hierachter schuilt is dat een groot aantal lichtstralen opgevangen worden op een oppervlak en geconcentreerd worden naar één punt. Veel optische instrumenten maken trouwens van deze werkwijze gebruik.
    • Diafragma= opening van de lens
    • Groot diafragma= voorgrond scherp; achtergrond onscherp
    • Scherptediepte= afstand tussen het dichtste en het verste punt dat scherp wordt afgebeeld
    • Kleine scherptediepte= voorgrond scherp; achtergrond onscherp
  • Verband met hedendaagse fotografie
    Zowel analoge als digitale toestellen werken eigenlijk allemaal volgens hetzelfde basisprincipe van de camera obscura. Bij het analoog toestel vallen de lichtstralen op de film. Na ontwikkeling is daar langs chemische weg een beeld op gevormd, waar afdrukken  (foto’s) kunnen van gemaakt worden. Bij digitale toestellen wordt het beeld op een sensor geprojecteerd die uit X aantal megapixels bestaat. Het beeld wordt digitaal opgeslagen, zodat het achteraf, via computer, kan opgeroepen en/of geprint worden.
  • David Hockney: verstellingen in zijn boek ‘secret knowledge’
    Vanaf 1420: grotere fotografische manier van schilderen
    o   Veel levensechter/ ingewikkeldere patronen in geplooide stoffen/ geen moeite meer met perspectief
    _  Verklaring:
    o   gebruik van camera obscura waarbij holle spiegel het beeld vergrootte en projecteerde op het canvas daartegenover
    o   camera lucida waarbij een prisma het beeld projecteert op papier
    Van Eyck (1395-1441), Velazquez (1599-1660), Caravaggio (1573-1610) en Johannes Vermeer (1632-1675)
  • De naam camera lucida voor de uitvinding van Wollaston zinspeelt ook op het feit dat er voor zijn instrument geen donkere kamer nodig was.
  • Ook de Belgische kunstenaar Rinus Van De Velde, bekend omwille van zijn grote houtskooltekeningen, maakt gebruik van optisch hulpmiddelen.
  • Vindt Hockney dat het gebruik van optische instrumenten (camera obscura, lenzen, spiegels,…) afbreuk doet aan het kunstwerk?
    Nee, optische hulpmiddelen maken nog altijd geen lijnen, je hebt nog altijd de hand nodig van een kunstenaar.
    • Wat is de traditionele opvatting van fotografie?
    Kunst heeft niets te maken met het overnemen
  • De eerste foto werd gemaakt door Niépce in 1826 op een tinnen plaat die was bedekt met bitume (asfalt). De plaat werd belicht in een camera obscura en had een belichtingstijd nodig van maar liefst 8 uur! Nadien werd de belichte plaat in olie gespoeld waardoor de bitumen, op de niet-belichte plaatsen werd weggespoeld en er een beeld overbleef. Het was een foto van zijn achtertuin en door het draaien van de zon zag je de schaduw van twee kanten.
    • Louis Daguerre (1831) zette het werk van Niépce voort en ontdekte een procédé waarbij het beeld kon worden gefixeerd op een met kwikdampen geprepareerde zilveren plaat. De belichtingstijd was gereduceerd tot 30 minuten. Er werden geen negatieven gebruikt. Het gespiegelde beeld op de zilveren plaat gaf onmiddellijk een positief beeld (de zilveren plaat was dus de foto). Er waren ook geen meerdere afdrukken mogelijk. Daguerre noemde dit proces Daquerreotypie.  
  • Kenmerken van Daguerreotypie
    1. Haarscherpe beelden op zilveren beeld (onmiddellijk positief beeld)
    2. Geen meerdere afdrukken mogelijk (+ uniek, verhoogde artistieke waarde)
    3. Resultaat: gespiegeld beeld
  • Nadelen van het Daguerreotypie:
    lange belichtingstijd (lang stilzitten), personen daarom vaak leunend op pilaar of stoel
    afbeelding is spiegelbeeld (links wordt rechts)
    beeld is éénmalig (heeft daardoor wel artistieke waarde)
    beeld is haarscherp, maar kil
    • Doorslaggevend werd het werk van William Talbot (1834) die erin slaagde papier lichtgevoelig te maken door het te dompelen in een zwakke zoutoplossing en daarna in een zilvernitraat oplossing. Toen hij in de zomer van 1835 zijn eerste papiernegatief (= licht en donker verwisseld) produceerde was dit het begin van de moderne fotografie. Talbot ontdekte het negatief-positief procedé waarbij men van het negatieve beeld een positief beeld krijgt door het negatief te belichten op lichtgevoelig papier. (negatief: licht en donker zijn verwisseld).
                Talbots procedé werd calotypie genoemd.
  • Terwijl de daguerreotypie na 1865 niet meer werd gemaakt, wist men de calotypie verder te ontwikkelen in de richting van de moderne fotografie. Talbot werkte met papieren negatieven, die waren door hun grofkorrelige structuur minder scherp (en bevatten minder details). Later gebruikte men een glasplaat als drager voor het negatief @Frederick Scott Archer. Het is pas met de uitvinding van de rolfilm (door het bedrijf Kodak 1889) waarbij men filmstrookjes gebruikte als drager voor de negatieven, dat het tijdperk van de amateurfotografie  ontstond. Fotografie werd toegankelijk voor iedereen.
  • Frederick Scott Archer in 1851
    Collodiumlaag (Cellulosenitraat)op glasplaat => negatief vlijmscherp beeld op glas
    Collodiumfotografie
    + ongelooflijk mooi detail
    + diep contrast
    + warme toonschaal
  • Wat waren de voordelen van de calotypie?
    1. meerdere afdrukken mogelijk op papier . tot voor Talbot was iedere afdruk een uniek exemplaar
    2. de Calotypie leidde via de ontwikkeling van de collodiumtypie en de rolfilm tot de amateurfotografie
  • Wordt vandaag het negatief-positief procedé (nog steeds gebruikt in de hedendaagse fotografie (= digitale fotografie) ? Leg uit?
    Neen, bij digitale fotografie wordt geen gebruik gemaakt van negatieven.
    Bij digitale fotografie wordt het beeld afgetast door een lichtgevoelige sensor en wordt het beeld daarna bewaard in het geheugen van de camera, waardoor men in principe eindeloos kan reproduceren
  • Grootste voordeel van digitale fotografie is?
    geen negatieven nodig om te reproduceren