Latijn - voc. 721-740

Cards (20)

  • hortari
    ~or
    [hortatus sum]
    aansporen
  • ardere
    ~eo
    [arsi, -]
    branden
  • complere
    ~eo
    [complevi, completum ]
    vullen
  • debere
    ~eo
    moeten; verschuldigd zijn
  • flere
    ~eo
    [flevi, fletum]
    wenen (om)
  • iacere
    ~eo
    liggen
  • iubere
    ~eo
    [iussi, iussum]
    bevelen
  • persuadere + dat.
    ~eo
    [persuasi, persuasum]
    overtuigen; overhalen
  • ridere
    ~eo
    [risi, risum]
    (uit)lachen
  • vereri
    ~eor
    [veritus sum]
    vrezen
  • accidere
    ~it
    [accidit]
    het gebeurt
  • claudere
    ~o
    [clausi, clausum]
    sluiten
  • consistere
    ~o
    [constiti, -]
    halt houden; zich opstellen
  • currere
    ~o
    [cucurri, cursum]
    lopen
  • descendere
    ~o
    [descendi, descensum]
    afdalen
  • excedere
    ~o
    [excessi, excessum]
    weggaan uit; overschrijden
  • intellegere
    ~o
    [intellexi, intellectum]
    begrijpen
  • legere
    ~o
    [legi, lectum]
    lezen; kiezen; verzamelen
  • ostendere
    ~o
    [ostendi, ostentum]
    tonen
  • relinquere
    ~o
    [reliqui, relictum]
    achterlaten; verlaten