theorie

• oxiden zijn verbindingen van een willekeurig element met zuurstof, waarbij het oxidatiegetal OG(O)=-II
• er zijn twee soorten oxiden : metaaloxiden (MO) en niet-metaaloxiden (nMO)
• MO zijn ionaire bindingen (komen voor als vaste stof) en nMO zijn covalente bindingen (komen gasvormig/vloeibaar voor)
• peroxiden zijn verbindingen waarbij het oxidatiegetal van OG(O) = -I
• peroxiden worden gevormd door de zeer instabiele O2²-ion
• peroxiden worden gebruikt om haar te bleken/desinfecteren
• het aanwezige peroxide ion in een peroxide is zo instabiel dat het alles aanvalt
• een stabielere natruimperoxide wordt gevormd als volgt : 2 Na (s) + O2 (g) -> Na2O2 (s)
• natriumperioxde moet droog bewaard worden, als het in contact komt met water, vormt het waterstofperioxide : Na2O2 (s) + 2 H2O -> 2 Na+(aq) + 2 OH- (aq) + H2O2 (l)
• K, Rb en Cs vormen naast gewone oxide (K2O, Rb2O, Cs2O) ook een superoxide (KO2, RbO2, CsO2)