Dutch words 4

Cards (10)

  • openbaar: public
  • ondersteunen: to support
  • steunen, helpen: to support
  • de aflevering: episode
  • afleiden: to distract
  • het ongeval, ongeluk: accident
  • verminderen, afnemen: to reduce
  • remmen: to brake
  • schakelen: to change gear
  • besparen: to save