deel 2

Cards (10)

  • calorimeter of joulevat: geïsoleerde beker die wordt gebruikt om proeven te doen
    calor = warmte
    uit isimo = slechte warmtegeleider
    in het deksel zijn openingen voorzien voor een elektrisch verwarmingselement, een roerstaaf en een thermometer
    in theorie is deze perfect geïsoleerd, maar in de praktijk zal deze toch warmte opnemen / afstaan met de omgeving
  • thermos: in werkelijkheid bereikt die na verloop van tijd een thermisch evenwicht met de omgeving
  • geïsoleerd systeem:
    • massa --> constant
    • enkel warmte-uitwisseling binnen het systeem
  • specifieke warmtecapaciteit van een stof:
    hoeveel een voorwerp opwarmt of afkoelt hangt af van:
    • de warmtehoeveelheid die eraan toegevoegd / onttrokken wordt
    • massa
    • soort stof (de samenstelling van het voorwerp)
  • vb. massa: zwembad zal minder opwarmen in zon dan glas water
    vb. soort stof: houten plaat zal minder opwarmen in zon dan metalen plaat
  • hoe groter de hoeveelheid warmte die een systeem krijgt, hoe groter de temperatuurstijging
  • hoe groter de massa stof die een warmtehoeveelheid toegediend krijgt, hoe kleiner de temperatuurstijging
  • specifieke warmtecapaciteit cs in J/kgK of J/kg°C
  • specifieke warmtecapaciteit = de hoeveelheid warmte nodig om 1 kg van een bepaalde stof met 1 K of 1 °C te doen stijgen --> het is dus een stofeigenschap
  • cs,water = 4186 J/kg°C --> bij 1 kg water, 1 °C afkoelen / opnemen --> 4186 J komt vrij / aan warmte toevoegen