deel 6

Cards (10)

  • deeltjes in een stof zijn continue in beweging (en oefenen krachten uit op elkaar) en zijn gebonden met elkaar --> bezitten daardoor mechanische energie, mechanische energie voor deeltjes = inwendige energie
  • de inwendige energie is de som van de bewegingsenergie van de deeltjes (atomen of moleculen) en de bindingsenergie
  • Uinw = Up + Uk
    Up = inwendige potentiële energie
    Uk = inwendige kinetische energie
  • inwendige kinetische energie Uk --> bezit een deeltje doordat het een snelheid en massa heeft
    • in een stof bewegen deeltjes met een bepaalde snelheid = bewegingsenergie
    • de (absolute) temperatuur is een maat voor de gemiddelde inwendige kinetische energie van de deeltjes --> als de temperatuur van een systeem toeneemt, neemt de inwendige kinetische energie toe
    • (de gemiddelde inwendige kinetische energie van een systeem = thermische energie --> die energie is constant als de temperatuur constant is)
    • gassen: deeltjes grote snelheid --> veel Uk (veel Etherm)
    • vloeistoffen: deeltjes beperkte snelheid --> beperkte Uk (Etherm kleiner dan bij gassen)
    • vaste stoffen: deeltjes trillen enkel (rond een vaste positie) --> kleine Uk (weinig Etherm) --> vaste stoffen --> heel veel energie toevoegen om rooster uit elkaar te trekken
    • gassen: cohesiekrachten verwaarloosbaar --> zeer kleine Up
    • vloeistoffen en vaste stoffen: grotere cohesiekrachten --> grote Up
    • Up van een deeltjes wordt bepaald door de plaats waar het zich bevindt ten opzichte van de andere deeltjes in een systeem
    • hoe verder de moleculen van elkaar zijn, hoe groter Up
  • volume heeft invloed op hoe sterk de warmte stijgt vb. tas koffie (50 °C) + klas (20 °C) --> klas 20,0005 °C
  • de inwendige potentiële energie bepaalt dus in welke toestandsfase / fase een stof bevindt
    tijdens een faseovergang verandert Up
    Up afhankelijk van:
    • aggregatietoestand
    • temperatuur
    • totale aantal deeltjes
    • stofsoort
  • 2 systemen met dezelfde temperatuur zijn in thermisch evenwicht
    (de toestand (bij een temperatuur thètaeind) waarbij er geen warmte-uitwisseling meer is tussen 2 systemen de temperatuur van beide systemen is gelijk)
  • inwendige potentiële energie: tussen de deeltjes van een stof heersen er cohesiekrachten --> het is energie opgeslagen in in de onderlinge bindingskrachten tussen atomen in een molecuul