Basiscompetenties zijn een omschrijving van kennis, vaardigheden en attitudes waarover iedere afgestudeerde leerkracht moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnend leraar te kunnen functioneren.
De leerkracht streeft ernaar een uitdagende leeromgeving te creëren waarin leerlingen competentie gericht kunnen bijleren.
Een uitdagende leeromgeving is een leeromgeving waarin leerlingen actief en verantwoordelijk zijn voor de manier waarop kennis verwerkt wordt, aansluiten op gekende begrippen, doelen nastreven die leerlingen meebepalen.
De didactische handvaten sluiten aan bij twee onderwijsvisies: het (sociaal-constructivisme) en het ervaringsgericht onderwijs.
Het (sociaal-constructivisme) is een leertheorie die stelt dat kennis en vaardigheden die aangeboden worden niet rechtsreeks opgenomen worden.
De leerling speelt een actieve rol bij het verwerken van informatie en het verwerven van kennis.
Het ervaringsgericht onderwijs richt zich hoofdzakelijk op het dynamische proces dat zich afspeelt tussen de leerlingen en tussen kinderen en leraar.
In het ervaringsgericht onderwijs wordt ervan uitgegaan dat leerlingen goed in hun vel voelen (welbevinden) en geconcentreerd bezig zijn (betrokkenheid).
Hij kan een mening vormen en die met argumenten funderen.
De na te streven doelstellingen bepalen in grote mate ook welke leerinhouden aan bod komen.
Hoewel het leren het meest succesvol is als de leerlingen hun eigen doelen bepalen en nastreven, betekent dit niet dat leren niet succesvol kan zijn als de leraar doelen vooropstelt.
De wetenschappelijke evolutie: De wetenschap staat niet stil, er komen telkens nieuwe inzichten bij.
Als leraar houdt je rekening met wat leerlingen al aankunnen.
De kracht en noodzaak van het lerarenberoep bestaat er in deze zaken zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
De kennismaatschappij leidt tot cultuur pedagogische discussies.
Wanneer kennis kritisch verworven wordt (via denken en oordelen) -- > De leerling kan zich ontwikkelen als persoon.
Welke mogelijkheden en kwaliteiten hebben leerlingen ontwikkelingspsychologisch op een bepaalde leeftijd?
Wanneer ontwikkelingspsychologen, cultuurwetenschappers, pedagogen elkaar in een open discussie informeren over het belang van leerinhouden, wanneer men elkaar aanvult en verbetert, kan men het eens geraken over de leerinhoud.
Dankzij kennis kan de leerling zichzelf beter in een maatschappelijk debat plaatsen.
Basiscompetenties voor de leraar: vaardigheid ‘leerinhouden/leerervaringen selecteren’ deel uitmaakt van een functioneel geheel.
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen.
Binnen bepaalde vakken bestaan bepaalde tradities (bijzaken moeten niet tot hoofdzaken verheven worden en omgekeerd)
Een sterk bewustzijn van een doel en een gerichtheid op het doel leidt tot effectief en betekenisvol leren.
De leerinhouden zijn niet voor ééns en altijd vastgelegd; er is telkens een zeker evolutie.
Hoe leren kinderen hetbest?
De leraar houdt rekening met de binnen het vakgebied ontwikkelde kennis.
Die beïnvloeden op hun beurt de leerinhouden.
Leerinhouden zijn de inhoud van het onderwijsleerproces.
Leren in een uitdagende leeromgeving is een persoonlijke zaak van de leerlingen en minder van de leraar, wat verhoogt de motivatie.
Te zoeken naar aanknopingspunten met andere vakken en buitenschoolse ervaringen.
Het hoogste niveau: het abstract denken, dat gebeurt volledig inwendig, is een innerlijke aanschouwing.
Soms begrijpen kinderen de inhouden niet omdat:
De leerlingen gaan: – Zelf hun kennis ombouwen en omstructureren – Brengen zelf ervaringen mee om kennisinhoud te verwerken.
Hoe meer verbanden we leggen tussen reeds verworven en nieuwe kennis, hoe gemakkelijker we het nieuwe zullen onthouden en oproepen.
Een gevaar bij concreet-aanschouwelijk onderwijs is dat leerlingen blijven hangen op het concreet-aanschouwelijke niveau van denken.
Individualiseren betekent dat je als leraar zoveel mogelijk rekening houdt met de eigenheid van elk kind.
Ze het niet snappen, weten niet waarover het gaat, nodige rijpheid/interesse ontbreekt.
Nieuwe kennis integreren in een cognitief systeem v.d. lln beschikt over ankerbegrippen die als kapstok dienen om nieuwe elementen een plaats te geven.
De leraar moet stapsgewijs naar een volgend denkniveauovergaan.
Aan te sluiten op de voorkennis van leerlingen voor een leerdomein.