DVLO

Cards (215)

  • Basiscompetenties zijn een omschrijving van kennis, vaardigheden en attitudes waarover iedere afgestudeerde leerkracht moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnend leraar te kunnen functioneren.
  • De leerkracht streeft ernaar een uitdagende leeromgeving te creëren waarin leerlingen competentie gericht kunnen bijleren.
  • Een uitdagende leeromgeving is een leeromgeving waarin leerlingen actief en verantwoordelijk zijn voor de manier waarop kennis verwerkt wordt, aansluiten op gekende begrippen, doelen nastreven die leerlingen meebepalen.
  • De didactische handvaten sluiten aan bij twee onderwijsvisies: het (sociaal-constructivisme) en het ervaringsgericht onderwijs.
  • Het (sociaal-constructivisme) is een leertheorie die stelt dat kennis en vaardigheden die aangeboden worden niet rechtsreeks opgenomen worden.
  • De leerling speelt een actieve rol bij het verwerken van informatie en het verwerven van kennis.
  • Het ervaringsgericht onderwijs richt zich hoofdzakelijk op het dynamische proces dat zich afspeelt tussen de leerlingen en tussen kinderen en leraar.
  • In het ervaringsgericht onderwijs wordt ervan uitgegaan dat leerlingen goed in hun vel voelen (welbevinden) en geconcentreerd bezig zijn (betrokkenheid).
  • Hij kan een mening vormen en die met argumenten funderen.
  • De na te streven doelstellingen bepalen in grote mate ook welke leerinhouden aan bod komen.
  • Hoewel het leren het meest succesvol is als de leerlingen hun eigen doelen bepalen en nastreven, betekent dit niet dat leren niet succesvol kan zijn als de leraar doelen vooropstelt.
  • De wetenschappelijke evolutie: De wetenschap staat niet stil, er komen telkens nieuwe inzichten bij.
  • Als leraar houdt je rekening met wat leerlingen al aankunnen.
  • De kracht en noodzaak van het lerarenberoep bestaat er in deze zaken zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
  • De kennismaatschappij leidt tot cultuur pedagogische discussies.
  • Wanneer kennis kritisch verworven wordt (via denken en oordelen) -- > De leerling kan zich ontwikkelen als persoon.
  • Welke mogelijkheden en kwaliteiten hebben leerlingen ontwikkelingspsychologisch op een bepaalde leeftijd?
  • Wanneer ontwikkelingspsychologen, cultuurwetenschappers, pedagogen elkaar in een open discussie informeren over het belang van leerinhouden, wanneer men elkaar aanvult en verbetert, kan men het eens geraken over de leerinhoud.
  • Dankzij kennis kan de leerling zichzelf beter in een maatschappelijk debat plaatsen.
  • Basiscompetenties voor de leraar: vaardigheid ‘leerinhouden/leerervaringen selecteren’ deel uitmaakt van een functioneel geheel.
  • De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • Binnen bepaalde vakken bestaan bepaalde tradities (bijzaken moeten niet tot hoofdzaken verheven worden en omgekeerd)
  • Een sterk bewustzijn van een doel en een gerichtheid op het doel leidt tot effectief en betekenisvol leren.
  • De leerinhouden zijn niet voor ééns en altijd vastgelegd; er is telkens een zeker evolutie.
  • Hoe leren kinderen het best?
  • De leraar houdt rekening met de binnen het vakgebied ontwikkelde kennis.
  • Die beïnvloeden op hun beurt de leerinhouden.
  • Leerinhouden zijn de inhoud van het onderwijsleerproces.
  • Leren in een uitdagende leeromgeving is een persoonlijke zaak van de leerlingen en minder van de leraar, wat verhoogt de motivatie.
  • Te zoeken naar aanknopingspunten met andere vakken en buitenschoolse ervaringen.
  • Het hoogste niveau: het abstract denken, dat gebeurt volledig inwendig, is een innerlijke aanschouwing.
  • Soms begrijpen kinderen de inhouden niet omdat:
  • De leerlingen gaan: – Zelf hun kennis ombouwen en omstructurerenBrengen zelf ervaringen mee om kennisinhoud te verwerken.
  • Hoe meer verbanden we leggen tussen reeds verworven en nieuwe kennis, hoe gemakkelijker we het nieuwe zullen onthouden en oproepen.
  • Een gevaar bij concreet-aanschouwelijk onderwijs is dat leerlingen blijven hangen op het concreet-aanschouwelijke niveau van denken.
  • Individualiseren betekent dat je als leraar zoveel mogelijk rekening houdt met de eigenheid van elk kind.
  • Ze het niet snappen, weten niet waarover het gaat, nodige rijpheid/interesse ontbreekt.
  • Nieuwe kennis integreren in een cognitief systeem v.d. lln beschikt over ankerbegrippen die als kapstok dienen om nieuwe elementen een plaats te geven.
  • De leraar moet stapsgewijs naar een volgend denkniveau overgaan.
  • Aan te sluiten op de voorkennis van leerlingen voor een leerdomein.