C10, C11 & C12; H&S: skeletspieren

Cards (63)

  • Huid bestaat uit de laagjes verhoornde epitheel, die geen doorbloeding en een turnover van 15-30 dagen hebben.
  • De afvoer van afvalstoffen afhankelijk is van de dermis.
  • De dermis is een grondmatrix gevormd door bindweefsel, waarin bindweefsel neemt logistiek (bloedvaten en zenuwwerk) mee in zich.
  • De hypodermis (subcutis) is losmazig bindweefsel (minder) en vetweefsel (voor stabilisatie, energie en isolatie), goed doorbloed (logistiek en thermoregulatie) en is de overgang van de dermis naar onderliggend weefsel/spieren.
  • De derivaten van de huid zijn vochtklieren, talgklieren, haren en nagels (keratine) en sensoren.
  • De stratum corneum (hoornlaag) bestaat uit meerdere lagen verhoornde dode cellen, die beschermen tegen uitdroging en een barrière zijn tegen veel stoffen van buitenaf.
  • De stratum granulosum bevat keratinekorrels, gaat vanaf hier dood.
  • De stratum spinosum hechtingen met desmosomen, draadjes, cel gaat zich ontwikkelen.
  • Keratine en fosfolipiden aanmaak en uitscheiden is een proces in de stratum basale, waarin de pigmentcellen/kiemcellen zich bevinden.
  • Haar is een keratinederivaat, gemaakt in het haarzakje.
  • Vrije zweetklieren en talgklieren zijn vrije derivaten, terwijl haargebonden talgklieren en haargebonden zweetklieren haargebonden derivaten zijn.
  • Mechanoreceptoren met belangrijkste modaliteiten zijn drukgevoelig (snel, lichaampje van Merkel), vibratie-gevoelig (lichaampje van Pacini, free nerve ending) en buiggevoelig (free nerve ending).
  • Spierspoeltjes zijn voor het detecteren van de spierlengte/rek aan CNS.
  • Thermoreceptoren met TRP-kanalen zijn transient receptor potential kanalen en free nerve endings.
  • Slow-twitch: Kleur van de spier rood, veel hemoglobine gebonden.
  • SR beïnvloedt regulerende eiwitten, zodat verbinding tussen actine en myosine tot stand kan komen.
  • Golgi-peeslichaampjes detecteren spierspanning (overrekking).
  • Intrafusale vezels zijn geactiveerd door γ-motorneuronen (langzaam zonder myelineschede) en zitten een sensorisch neuron (afferent) om de intrafusale vezels heen.
  • Extrafusale vezels zijn normale spiercellen en zijn geactiveerd door α-motorneuronen (snel, dik met myelineschede).
  • Aansturing van willekeurige beweging → Beweging met skeletspieren.
  • Bij piramidale banen wordt direct via motorcortex naar de effector aangestuurd.
  • Bij extra-piramidale banen liggen basale kernen dieper in de hersenen.
  • Contractie: Zowel intrafusaal en extrafusaal.
  • Training zorgt voor: Overgang naar andere vezeltype < 10%, Verbetering van metabole capaciteit, Conditie van cardio en respiratoire systeem.
  • Opgerekt: Door antagonist, passief oprekken.
  • Door co-activatie blijft spierspoeltje werken en worden intrafusale en extrafusale vezel tegelijk geactiveerd.
  • Piramidale banen (parallelle motor uitvoering) → Multi-tasking.
  • Fast-twitch: Kleur van de spier gaat meer richting wit, minder rode bloedcellen.
  • Propioceptoren nemen positie waar.
  • Vezeltypen van skeletspieren zijn: Rood: Slow oxidative fibers, Rood: fast oxidative-glycolytic fibers, Wit: fast glycolytic fibers.
  • Nociceptoren (waarnemen van schadelijke invloeden) met belangrijkste modaliteiten zijn intense mechanische stimuli, thermische (boven 44 graden) en polymodaal (range van modaliteiten met intense stimulus).
  • Fantoompijn is pijn in een ledemaat dat je niet meer hebt, waarbij het afferente neuron is er niet meer en tweede neuronen reageren gevoeliger op stimuli in de buurt.
  • Axiale skelet bestaat uit cranium (schedel), 26 wervels, 12 paar ribben en Sternum (borstbeen).
  • Appendiculaire skelet bestaat uit Pectorale gordel (schouder), Arm met handbeentjes, pelvische gordel en Been met voetbeentjes.
  • Bot is levend materiaal dat voortdurend geremodelleerd wordt.
  • Osteon is een been, Osteocyt is een beencel onderhouders, Sluit gevormde bot in in matrix en Osteoblast is een beenvormer die eerst collageen aanmaakt en daarna kalkzouten afgezet.
  • Osteoclast is een macrofaag, die zoutzuur → lost bot op.
  • Calcium opgeslagen in SR.
  • Periost is een bindweefsellaag (beenvlies met bloedvaten) die heel gevoelig is, waardoor botbreuk zo pijnlijk is.
  • Motorunit is een axon met erdoor verzorgde spiervezels, calcium nodig om actiepotentiaal te genereren (zit in SR).