hc 35

• ondanks een hogere CO bij inspanning, neemt de RPF af omdat bloed naar de spieren gaat
• elektrolyten kunnen vrij reizen tussen endotheel net als water
• elektrolyten kunnen niet vrijelijk door celmembranen, water wel door AQP-kanalen
• simple diffusion is diffusie door een elektrochemisch gradient
• facilitated diffusion heb je kanalen voor nodig met co-transporters, vaak aangedreven door natrium gradient (passief)
• primary active transport is tegen het gradient in, daarvoor is een pomp nodig
• secondary active transport is dat één ion met gradient mee gaat en een ander ion tegen gradient in (symport)
• proximale tubulis heeft villi voor meer oppervlak voor meer resorptie
• Na-K pomp creërt een concentratiegradient in de proximale tubulis voor terugresorptie van natrium met glucose
• er is een natrium-H+ antiporterom later bicarbonaat terug te resorberen
• proximale tubulus resorbeert glucose, aminozuren en bicarbonaat
• in de lumen reageert H+ met bicarbonaat tot H2O en CO2, dat gaat de cel in, komt los tot bicarbonaat en H+. H+ gaat weer naar het lumen en bicarbonaat naar de bloedbaan (PTC).
• chloor wordt teruggeresorbeert in de proximale tubulus, dat gebeurt paracellulair door transport van lumen direct naar interstitium, daardoor wordt het lumen positiever dus gradient van natrium gunstiger voor terugresorptie. resorptie van chloor gebeurt ook in de cel met Na/Cl symport en Cl/Anion antiport
• proximale tubulus scheidt kreatinine, medicijnen, kationen en grote eiwitten uit
• afdalende deel van lis van henle kan alleen water teruggeresorbeert worden