Psychologie

Cards (38)

  • OverspannenOp de voorgrond staat een stemminsstoornis,
    Klachten:
    • Duizeligheid
    • Snel geprikkeld
    • Gespannen
    • Buikpijn
    • Hoofdpijn
    • Angstig
    • Onzeker
    • Piekeren
    • Slapeloosheid
    • Moeheid
    • Somberder
    Andere woorden:
    • Overwerkt
    • Afgeknapt
    • Ingestort
    • burn-out
  • Delier: Bewustzijn is in wisselende mate gedaald
    Oorzaak:
    Hersenfunctie is verstoord door lichamelijke ziekte of probleem (bijv.
    pneumonie of urineweginfectie)
    Klachten:
    • Slaperig
    • verward of angstig of Goed wakker en aanspreekbaar
    Behandeling
    • Antipsychotica
  • Dementie: Vermindering van hersenfuncties terwijl het bewustzijn helder is
    Oorzaak:
    • Achterliggende ziekte
    • Bij Alzheimer erfelijkheid
    • Oud worden
    Klachten:
    • Achteruitgang: geheugen, motoriek, spraak en planning
    Behandeling:
    • Evt medicatie voor andere problemen. Leidt tot de dood
  • Psychose: Ernstige verwarring, chaotisch gedrag met hallucinatie/waan
    Oorzaak:
    • Alcohol
    • Drugs
    • Ernstig trauma
    • Lichamelijke ziekte
    Klachten:
    Zeer angstig, belemmering van functioneren
  • Schizofrenie : geestesziekte waarbij je niet meer goed weet wat echt is en wat niet, oa
    door stemmen in het hoofd
    Oorzaak:
    combinatie van erfelijke psychische en sociale factoren
    Klachten:
    Psychoses
    Afname van denken, plannen en concentratie
    Behandeling:
    Psycho-educatie (uitleg over de ziekte)
    medicatie
  • Depressie : voor een lange periode voel je je somber en neerslachtig
    Oorzaak:
    • Erfelijkheid
    • Traumatische gebeurtenis(sen)
    Klachten:
    • Somber
    • Slecht slapen
    • Weinig eetlust
    • Soms suïcidaal
    Behandeling:
    • Lichaamsbeweging
    • Medicatie
    • Therapie
  • Bipolaire stoornis : manisch depressief (wisselend)
    Oorzaak:
    Erfelijke stoornis in de hersenen
    Klachten:
    Periode van energie en vrolijkheid (hypomanie) en uiteindelijk beseffen dat
    de wereld toch niet zo geweldig is als ze dachten.
    Behandeling:
    Medicatie en leren omgaan met de signalen
  • Manie:
    • sterk gestegen stemming
    • enorme energie
    • gebrek aan slaap behoefte
    • druk gedrag
    • seksuele ontremming
    • veel praten
    • snel denken
    een manische patiënt ziet geen problemen en dit kan rampzalige gevolgen hebben.
  • Paniekstoornis met of zonder agorafobie : Angst om gek te worden of dood te gaan
    Klachten:
    • Ademnood
    • Trillen
    • Duizeligheid
  • Agorafobie: Angst om niet te kunnen ontsnappen bij het krijgen van een
    paniekaanval (liftvrees, straatvrees)
  • Sociale fobie : Angst om beoordeeld te worden of in gezelschap te zijn waarin diegene
    bekeken zou kunnen worden
  • Specifieke fobie: Angst voor één situatie of voorwerp (bijv. naalden of hoogtes)
  • Gegeneraliseerde angststoornis: Angst die heel algemeen en chronisch aanwezig is,
    bijv. een halfjaar piekeren over grote of kleine dingen, zonder echte aanleiding.
  • Dwangstoornis : Dwangedachten (obessies) en dwanghandelingen (compulsies),

    Voorbeelden:
    wasdwang, controleren, tellen, dingen recht leggen, dwangmatig fantaseren iemand anders
    iets aan te doen

    Behandeling:
    • Cognitieve gedragstherapie
    • Antidepressiva
  • Acute stressstoornis en PTSS : Trauma wat telkens opnieuw wordt beleefd (bij PTSS is
    het heftiger en duurt langer dan 4 weken)
    Klachten:
    Niet meer weten wat je voelt
    Geheugenverlies
    Voelen alsof de wereld niet
    echt is
    Angst.
  • Aanpassingsstoornis: Onaangename gebeurtenis binnen drie maanden, leidt tot angst- en depressieve symptomen

    Uitlokkende factoren:
    • Ziek worden
    • Opgenomen worden in ziekhuis
    Klachten:
    • vermoeidheid
    • Gespannenheid
    • Concentratieproblemen
    Behandeling:
    Gaat vanzelf over, maar grote kans op een echte depressie >
    cognitieve gedragstherapie
  • Conversiestoornis : Een onverwerkte gebeurtenis wat zich uit in verlamming, blindheid, niet kunnen spreken, etc.
  • Pijnstoornis: Onverklaarbare pijn, zoals chronisch lage rugpijn.
  • Hypochondrie: Altijd bang zijn dat je ziek bent bij elke kleine klacht (= catastrofale
    interpretatie)
  • Stoornis in de lichaamsbeleving: Overtuigd zijn dat er iets mis is met je uiterlijk.
  • Ongedifferentieerde somatoforme stoornis: Chronische lichamelijke klachten, waar
    geen oorzaak voor wordt gevonden
  • Multipele persoonlijkheidsstoornis: Er zitten gaten in de tijd, doordat je afwisselen een
    andere persoonlijkheid aanneemt.
  • Anorexia nervosa: Extreem lijnen om maar niet “dik” te worden.
  • Boulimia nervosa: Vreetbuien met controle verlies, om ze vervolgens weer uit te braken.
  • Seksuele stoornissen: Gaat vaak samen met een andere psychische stoornis of achterliggende redenen (bijv.
    vaginisme of ejaculatio praecox = te vroege zaadlozing)
  • insomnia: Moeilijk in- of doorslapen
    Behandeling:
    Slaaphygiëne: De slaapkamer alleen gebruiken om te slapen, dus niet voor andere dingen, bijv. tv kijken, eten, lezen, etc.
  • Nagebootste stoornis : (bewust) een psychische of lichamelijke ziekte/ aandoening
    nadoen. Dit gebeurt om aandacht te krijgen.

    Syndroom van Münchhausen: Komt overeen, máár er worden allerlei dramatische
    onwaarheden bij verteld

    Syndroom van Münchhausen by proxy: Ziekte wordt nagebootst bij iemand
    anders (bijv. moeder praat kind ziek)
  • Borderline: Snelle en sterke stemmingswisselingen met vaak verlatingsangst
  • Automutilatie: Mentale pijn te verdrijven door lichamelijke pijn te veroorzaken
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis : Het voortdurend schenden van de rechten van anderen (zich bijv. goed kunnen inleven en daar misbruik van maken)
  • ADHD : Hyperactiviteit en impulsiviteit (bij jongens) en concentratieproblemen (bij meiden) kan ook ADD zijn.
  • Autismespectrumstoornis : Kernautisme met verstandelijke handicap en ernstige
    taalachterstand, Asperger, PDD-NOS
    Oorzaak:
    Een hersenafwijking
    Erfelijk bepaald.
  • Antipsychotica – Wordt gebruikt bij allerlei vormen van psychose dit heeft een kalmerend effect meer niet slaapverwekkend. Hebben een remmende invloed op geestelijke activiteit. Zodat opwinding afneemt en hallucinaties zijn kracht verliest.
  • Antidepressiva – Wordt gebruikt bij de behandelingen van een depressie. Dit helpt om een depressieve periode te overbruggen. Werkt stemming verbeterend.
  • Lithiumzouten – Heeft een anti manische en anti depressieve werking
    risico: berucht om smalle
    therapeutische breedte. De werking ligt in een smal gebied.
  • Psychostimulantia – Wordt gebruikt bij ADHD en hebben een langwerkend effect ook wel Ritalin
    genoemd.
  • Benzodiazepinen – wordt toegepast bij angst, spanningen en slaapstoornissen. Heeft een
    spierverslappende werking.
  • Middelen bij verslaving – Versterkte pijnstiller wordt gebruikt bij pijn en verslavingen aan opiaten.