werkwoorden

Cards (230)

  • temptare = proberen, op de proef stellen
  • dicere = zeggen, spreken
  • tangere = aanraken, bereiken, treffen
  • impellere = aandrijven, aanzetten
  • consistere = halt houden, zich opstellen
  • intermittere = onderbreken
  • excipere = uitnemen, opvangen
  • augere = doen groeien, vermeerderen
  • condere = stichten, opbergen
  • iactare = slingeren
  • occurrere = +dat tegemoet lopen
  • esse = zijn, bestaan
  • adducere = brengen naar
  • obicere = stellen tegenover, verwijten
  • adire = gaan naar, bezoeken
  • perire = ten onder gaan
  • mittere = zenden, laten gaan
  • queri = klagen over
  • sperare = hopen op
  • metuere = vrezen
  • vocare = roepen, noemen
  • oportere = het is nodig
  • agere = voortdrijven, doen
  • potiri = +abl bemachtigen, beheersen
  • spectare = bekijken, op het oog hebben
  • reperire = vinden, te weten komen
  • complere = vullen
  • meminisse = +gen zich herinneren
  • exspectare = afwachten, verwachten
  • imperare = bevelen, opeisen
  • hortari = aansporen
  • capere = nemen, krijgen
  • nasci = geboren worden
  • dare = geven
  • patere = openstaan, duidelijk zijn
  • mandare = toevertrouwen, opdragen
  • respondere = antwoorden
  • praeesse = +dat aan het hoofd staan van
  • legere = lezen, kiezen, verzamelen
  • poscere = eisen