Save
latijn
werkwoorden
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Clara Baert
Visit profile
Cards (230)
temptare
=
proberen
, op de
proef stellen
dicere
=
zeggen
,
spreken
tangere =
aanraken
,
bereiken
,
treffen
impellere =
aandrijven
, aanzetten
consistere
=
halt houden
,
zich opstellen
intermittere =
onderbreken
excipere =
uitnemen
,
opvangen
augere
=
doen groeien
,
vermeerderen
condere =
stichten
,
opbergen
iactare
=
slingeren
occurrere = +
dat tegemoet lopen
esse =
zijn
,
bestaan
adducere
= brengen
naar
obicere
=
stellen tegenover
,
verwijten
adire =
gaan naar
, bezoeken
perire =
ten onder gaan
mittere
=
zenden
,
laten gaan
queri =
klagen over
sperare
=
hopen
op
metuere =
vrezen
vocare
=
roepen
,
noemen
oportere =
het is nodig
agere =
voortdrijven
,
doen
potiri
= +
abl bemachtigen
,
beheersen
spectare
=
bekijken
, op
het oog hebben
reperire =
vinden
,
te weten komen
complere =
vullen
meminisse
= +
gen zich herinneren
exspectare =
afwachten
,
verwachten
imperare
= bevelen,
opeisen
hortari =
aansporen
capere
=
nemen
,
krijgen
nasci
=
geboren worden
dare
=
geven
patere
=
openstaan
,
duidelijk zijn
mandare
= toevertrouwen,
opdragen
respondere
=
antwoorden
praeesse = +
dat aan het hoofd staan van
legere
=
lezen
,
kiezen
,
verzamelen
poscere
=
eisen
See all 230 cards