economie H17

Cards (33)

  • Bankrunnen wordt voorkomen door de Depositogarantiestelling van €100.000 per bank van DNB en door de ECB die als lener optreedt in de laatste instantie aan banken.
  • De Europese Centrale Bank (ECB) beïnvloedt de geldhoeveelheid via de rentestand met als doel te inflatie te sturen.
  • M1 is de definitie van het geld in circulatie, dat is het geld dat in handen is van huishoudens en ondernemingen.
  • Algemene banken zijn banken die geldzaken doen met het publiek zoals ING.
  • Geldschepping door algemene banken leidt tot een toename in het geld in circulatie (M1).
  • Geldvernietiging door algemene banken leidt tot een afname in het geld in circulatie (M1).
  • Activakant is alles wat van de bank is of wat de bank nog te vorderen heeft.
  • Passivakant is het eigen vermogen en de schulden/verplichtingen van de bank, dit is vreemd vermogen.
  • Girale deposito’s staan voor het bedrag dat klanten van de bank gelijk kunnen gebruiken van deze bank door bijvoorbeeld te pinnen, dit zijn schulden/verplichtingen voor de bank.
  • Kasmiddelen zijn letterlijk het kasgeld (chartaal) bij de bank zelf, dit hoort niet bij M.
  • Debiteuren zijn als een huishouden of een onderneming geld leent bij een bank, dan moeten zij dit later terug betalen, het saldo van de openstaande leningen staat hier.
  • Inflatie en deflatie worden bepaald als % prijsverandering t.o.v. de vorige periode.
  • Prijsindex is een gewogen gemiddelde van de prijzen waar de consument mee te maken heeft t.o.v. een basis periode.
  • Hoeveel verdien jij per stuk? Eerst 100/100= 1 Daarna 103,5/100,8= 1,027 dus stijging van loonkosten met 2,7% ten opzichte van eerst
  • ConsumentenPrijsIndexcijfer (CPI) is een indexcijfer dat de ontwikkeling van de prijs van een goederenpakket weergeeft.
  • HarmonisatieConsumptiePrijsIndex (HICP) is een indexcijfer dat vergelijkbaar is met CPI maar dan voor de EU.
  • Producenten Prijs Index (PPI) meet prijspeil geproduceerde goederen.
  • Kosteninflatie, ook bekend als structuur wordt veroorzaakt door kostenstijgingen (aandbodkant)
  • Als inflatie daalt, betekent dat prijzen dalen, stijgen of stijgen minder.
  • Rente wordt deels teniet gedaan door inflatie.
  • Extreme vorm van inflatie is hyperinflatie.
  • Inflatie veroorzaakt door prijscompensatie leidt tot hogere loonkosten, die doorberekend in product leiden tot inflatie.
  • Daling besparingen omdat koopkracht van het geld afneemt.
  • Deflatie is de omgekeerde van inflatie.
  • Budgetonderzoek door CBS is een onderzoek waarin wordt uitgelegd waar de mensen hun budget aan besteden en wat is de ontwikkeling van de prijs van dit goederenpakket.
  • RIC= reëel index cijfer (= koopkracht )
  • NIC= nominaal indexcijfer (= inkomen in geld )
  • PIC= prijsindexcijfer ( = prijsverandering inflatie/deflatie)
  • Koopkracht kan afnemen, let op gekoppeld aan inkomen, zie RIC.
  • Concurrentiepositie verslechtert want binnenlandse producten worden duurder dan buitenlandseimport goedkoperminder vraag naar binnenlandse producten → productie daaltwerkgelegenheid daalt.
  • Waarde vermogensbezit verandert vermogen = bezitschuld
  • Door inflatie minder koopkrachtig bedrag terug betalen
  • Inflatie en deflatie beïnvloeden de inkomensverdeling door verschillend aankoopgedrag en deel - inflatie.