Anabole processen betekenen het opbouwen, groei en herstel, terwijl katabole processen de afbraak, vertering en opruiming betekenen.
Metabole routes zijn een reeks van enzymatische reacties die specifieke moleculen opleveren.
Stofwisselingsziekten (erfelijk) en celademhaling zijn voorbeelden van metabole routes.
Autotrofen maken zelf deze C-verbindingen en heterotrofen nemen deze zelf op via voedsel, planten zijn voorbeelden van autotrofen en dieren van heterotrofen.
Energiedragers van de cel zijn ATP en ADP, maar er zijn ook andere energiedragers: NADH en FADH.
De reden waarom voedsel moet omzetten in ATP is dat ATP in cellen snel wordt geregenererd om alle processen gaande te houden.
De celademhaling is een proces waarbij de energie wordt vrijgemaakt die nodig is voor de cel uit glucose.
ATP wordt in de cel geproduceerd via de elektronentransportketen, waarbij zuurstof nodig is om elektronen te binden en het doel is protonen door ATP-synthase te sturen.
Reacties tijdens de celademhaling omvatten de glycolyse tot pyrodruivenzuur, de aërobe celademhaling en de anaërobe celademhaling.
Glucose wordt omgezet naar pyruvaat door een serie van reacties, waarbij er twee moleculen ATP worden gevormd en NADH ontstaan.
Pyruvaat wordt verder afgebroken in de mitochondriën door oxidatieve fosforylatie, waarbij moleculen ATP worden gevormd.
In de citroenzuurcyclus (Krebscyclus) worden moleculen CO2 gevormd en nog moleculen ATP.