hoofdstuk 12.1

Cards (9)

  • Voor elk eigenschap heb je in je lichaamscellen 2 allelen. Anders gezegd. Het genotype voor een eigenschap bestaat uit allelen.
  • Als 2 allelen gelijk aan elkaar zijn dan heet dat: homozygoot. Dus als moeder en vader beide een allel voor de kleur blauw en/of bruin doorgeven.
  • Als je twee verschillende allelen hebt gekregen dan ben je: heterozygoot.
  • Het allel voor bruine ogen dat overheerst. Het overheersende allel noem je dus ook wel: dominant.
  • Het onderdrukte allel, dus het allel voor blauwe ogen noem je: recessief.
  • Als je wil uitzoeken of je kinderen kan krijgen met blauwe ogen dan kan je een kruisingsschema gebruiken. Met een kruising wordt bedoeld dat 2 ouders een kind krijgen.
  • Het fenotype is wat je aan de buitenkant kan zien van iemand of iets.
  • Als je twee alllelen hebt die beide even sterk zijn, dus er overheerst er niet één dan krijg je een tussenweg. Je dit een intermediair fenotype.
  • Je hebt 4 bloedgroepen. Bloed groep, A , B , AB , O.