H22 t/m H26

Cards (67)

  • Affiliate marketing wordt gebruikt bij vergelijkingssites. Bij iedere verkoop ontvangt de eigenaar van de website een bedrag
  • Conversieratio betekent het percentage van de websitebezoekers dat ook een bestelling plaatst.
  • marketing omvat allerlei andere activiteiten waarmee een organisatie doeltreffend kan inspelen op de wensen en behoeften van de klant om zo haar concurrentiepositie te versterken.
  • mogelijke marketingdoelen zijn imagoverbetering, groot marktaandeel, marktleider worden etc.
  • klantwaardepropositie = Bepaal de “waarde” van het product zoals de klant dat waarneemt (=klantwaarde). Als je dat weet, kun je als onderneming aanbieden wat de klant wil hebben (=waardepropositie).
  • kenmerk van de klantwaardepropositie is dat je eerst naar de klant kijkt en daarna pas hoe je als onderneming die behoeftes gaat invullen
  • klantwaarde kijk je naar wat de aankoop de klant kost en wat het de klant oplevert: per saldo de waarde voor de klant
  • waardepropositie kijk je naar wat de onderneming de klant kan aanbieden om de klant 'waarde' te leveren, zoals bijv. kwaliteit, levertijd, gebruiksgemak
  • Business to Consumer (B2C) bedrijven verkopen aan consumenten
  • Business to Business (B2B) bedrijven verkopen aan bedrijven
  • Consumer to Consumer (C2C) consumenten verkopen aan consumenten
  • Consumer to Business (C2B) consumenten 'verkopen' aan bedrijven (reviews)
  • marktsegmentatie betekent de markt in groepen verdelen die hetzelfde reageren op een marketing activiteit.
  • ongedifferentieerde marketing betekent één marketingstrategie voor de hele markt, vaak ook één gelijk product voor iedereen
  • gedifferentieerde marketing betekent dat iedere deelmarkt een eigen marketingstrategie heeft.
  • geconcentreerde marketing betekent dat iedere deelmarkt een eigen marketingstrategie heeft, met focus op één of enkele deelmarkten, de rest wordt achterwege gelaten
  • positionering is hoe jij wilt dat de klant je/ jouw product ziet
  • marktpositie is de plaats die de onderneming inneemt t.o.v. de concurrentie
  • 4p's marketingmix: product, prijs, plaats, promotie
  • 6 woorden bij productbeleid: kwaliteit, vormgeving, verpakking, service, garantie, merk
  • A-merk is een bekend merk met een goede naam, veel verkooppunten en de producent zorgt voor landelijke reclame = pulldistributie
  • B-merk is minder bekend merk, goedkoper dan A-merk, op minder plekken te koop, kwaliteit wordt vaak als minder beschouwd, geen of weinig reclame = vaak pushdistributie
  • paraplumerk is meerdere producten onder dezelfde naam
  • berekening verkoopprijs op 3 manieren: als basis de kosten per product nemen (kostengeoriënteerd), de prijzen van de concurrentie volgen (concurrentiegeoriënteerd) of uitgaan van de prijs die de consument wil betalen (vraaggeoriënteerd).
  • vraaggeoriënteerd kan onderveerdeeld worden in penetratiepolitiek, afroompolitiek, psychologische prijzen en prijskortingen
  • penetratiepolitiek is beginnen met lage verkoopprijs met als doel om zo snel mogelijk een hoge afzet te halen. Je weert zo ook concurrenten.
  • afroompolitiek is beginnen met een hogere prijs, daarna is stappen verlagen. Kan alleen als het goed nieuw is, duurzaam consumptiegoed is of erg modegevoelig, en als het aantal kopers in elke fase voldoende groot is.
  • psychologische prijzen is net onder een rond getal gaan zitten
  • prijskortingen zijn bijv. 3 halen 2 betalen of per stuk €1,95 of 3 voor €5,50 werken ook vaak goed.
  • plaatsbeleid gaat om vestigingsplaats en hoe de producten daar komen (van oerproduct naar consument)
  • directe distributie betekent dat de producent rechtstreeks levert aan consument.
  • indirecte distributie betekent dat de producent de producten naar tussenschakel(s) verstuurd
  • Pulldistributie is de producent zorgt ervoor dat consumenten het product in de winkel vragen. Dit doet hij door de marketing te richten op de consument. De consument trekt door zijn vraag het product door de bedrijfskolom heen. Dit gebeurt vaak bij A-merken.
  • Pushdistributie is de producent probeert zijn product in het assortiment van de groothandel en/of detaillist te laten opnemen. Hij stimuleert met kortingen, kredietverleningen, reclame, snelle levertijden etc. De producent duwt zijn product door de bedrijfskolom. Dit gebeurt vaak bij A- en B-merken.
  • promotiebeleid is hoe de boodschap bij de klant komt
  • Collectieve reclame is
    reclame voor een bedrijfstak of groep.
  • Individuele reclame is
    Reclame voor eigen product
  • Thema reclame is gericht op merkbekendheid, imago, lange termijn
  • Actiereclame is gericht op snelle verkoop op korte termijn.
  • Sponsoring is een individu, een vereniging of een instelling krijgt een bepaald bedrag van een onderneming onder voorwaarde dat ze de sponsornaam vermeldt.