Save
Aardrijkskunde H2 paragraaf 5
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
mila
Visit profile
Cards (21)
Klimaten van Köppen:
A
bij de evenaar en
E
bij de polen.
Ingedeeld op basis van
temperatuur.
B-klimaat
op basis van neerslag.
.
Stappenplan klimaten:
Gem. temp. in de warmste maand lager dan 10 graden =
E-klimaat
E-klimaat:
Polen
en
hooggebergte
Te
koud
voor
bomen
Toendra
en
ijsvlakten
Stappenplan klimaten:
Minder dan 400mm neerslag per jaar:
B-klimaat
B-klimaat:
Droge
klimaten
Meeste neerslag
verdampt
Woestijnen
en
steppen
C-klimaat:
Gematigde klimaten
Nooit heel
warm
of
koud
soms
droge
zomer / winter
Gem. temp. in de koudste maan hoger dan -3 graden:
C-klimaat
Gem. temp. in de koudste maand lager dan 18 graden:
A klimaat
A-klimaat:
Tropische
klimaten
Hele jaar
warm
Regenwouden en
savannes
D-klimaat:
Land
klimaten
Hele
koude
winters
Taiga
(naalwoud)
A
Tropisch
B
Droog
C
Gematigd
D
Land
E
Polen
Soms word er een kleine letter toegevoegd:
w-
droog
in de winter
s-
droog in de zomer
f-
geen droge periode
A-klimaten:
Af=
tropische
regenwoud
As of Aw=
savanne
met
grasland
en
bomen
C-klimaten:
Liggen dicht bij
zee
Temperaturen zijn niet
extreem
Er is veel
loofbos
D-klimaten:
De zomer is heel
heet
en de winter is heel
koud
Veel
naaldbomen
die tegen
kou
kunnen
B-klimaten:
Bij B klimaten gebruik je hoofdletters
W-
woestijn
(zand, bijna geen vegetarie)
S-
steppe
(kan net geen gras groeien)
E klimaat:
Gebruik je
hoofdletters
T-
toendra
(In de zomer net warm genoeg voor
mossen
,
grassen
en
kleine struikjes
)
F-
ijs
/
sneeuwgebied
(Te koud voor planten)
h-
hooggebergte
( te koud voor planten)
Een klimaat gebied =
Een
gebied met een soort gelijk klimaat
Middellands zeeklimaat =
zeeklimaat met een droge zomer en de gem. temp. in de warmste maan is hoger dan 22 graden.
permafrost =
Ondergrond die permanent bevroren is
vegatatie =
plantengroei