Frans Défi 3 Vocabulaire

Cards (127)

  • de agressiviteit = l'agressivité
  • een engel = un ange
  • de drums = la batterie
  • het zelfvertrouwen = la confiance
  • de nieuwsgierigheid = la curiosité
  • een slechte eigenschap, gebrek = un défaut
  • een duivel = un diable
  • de betrouwbaarheid = la fiabilité
  • de vrijgevigheid = la générosité
  • een gitaar = une guitare
  • de vreugde = la joie
  • de naïviteit = la naïvité
  • de luiheid = la paresse
  • een hoofdpersonage = un personnage principal
  • een dichter = un poète
  • een straf = une punition
  • een goede eigenschap, kwaliteit = une qualité
  • Valentijnsdag = la Saint-Valentin
  • een bijnaam = un surnom
  • een karaktertrek = un trait de caractère
  • een viool = un violon
  • actief = actif, active
  • handig = adroit, adroite
  • opgewonden, nerveus, onrustig = agité, agitée
  • aangenaam = agréable
  • agressief = agressif, agressive
  • asociaal = asocial, asociale
  • aandachtig = attentif, attentive
  • autoritair = autoritaire
  • gierig = avare
  • kletsgraag, loslippig, babbelziek = bavard, bavarde
  • vrijgezel = célibataire
  • zelfzeker = confiant, confiante
  • moedig, dapper = courageux, courageuse
  • spilzuchtig = dépensier, dépencière
  • verstrooid = distrait, distraite
  • nieuwsgierig = curieux, curieuse
  • zacht = doux, douce
  • grappig = drôle
  • dynamisch = dynamique