spieren en klieren zijn de effectoren van het lichaam.
Dit is een: beenderstelsel.
dit is een: spierstelsel.
spijsverteringsstelsel: voedsel mechanisch verkleinen en het voortbewegen door het lichaam.
ademhalingsstelsel: de longlucht via de longen in en uit het lichaam laten bewegen.
uitscheidingsstelsel: urine tijdelijk in de urineblaas bewaren tot de sluitspieren openen.
transportstelsel: het bloed door het lichaam laten stromen.
zintuigstelsel: oogbewegingen en de accommodatie van de ooglens mogelijk maken.
spierstelsel: de beenderen van het skelet laten bewegen en bewegingen van de huid of organen mogelijk maken.
beenderstelsel: zorgt voor vorm, stevigheid en beweging van het lichaam.
beenderstelsel is het enige stelsel zonder spieren.
Huidspieren zitten minstens aan één zijde vast aan de huid om ze te laten bewegen. Spieren in organen zijn niet aan het skelet bevestigd.
werking: snel en krachtig, vlugvermoeid. aansturing: meestal bewust. bouw en uitzicht: spiervezel en dwarsgestreept. andere spieren met dit type weefsel: skeletspieren, gezichtsspieren, oogspieren, sluitspier van de aars.
voorbeeld: biceps.
werking: traag en zwakker, onvermoeibaar. Aansturing: onbewust, autonoom. bouw en uitzicht: spiercel (één celkern) en glad, spoelvormig. andere spieren met dit type weefsel: darmspieren, spieren in de iris en spieren in bloedvaten, haarspiertje in de huid.
werking: snel en krachtig, onvermoeibaar. aansturing: onbewust, autonoom. bouw en uitzicht: hartspiercel en dwarsgestreept. andere spieren met dit type weefsel: geen.
1: spiervezels in de biceps die samentrekken. 2: spiervezels in de triceps die ontspannen.
ze werken tegengesteld ( antagonistisch ) nog voorbeelden hiervan zijn de: buikspieren en de onderrugspieren, Borstspieren en de bovenrugspieren.