kritiek van aristoteles op plato: onduidelijk hoe het aanschouwen van ´het goede´ in de praktijk zorgt voor goede handelingen
Aristoteles leefde van 384-322 voor christus
Aristoteles had kritiek op plato´s zelfinkeer:
hoe vertaal je de aanschouwing van het Goede naar in de praktijk goed handelen?
het goede is een onbereikbaar ideaal goed, maar het gaat in de ethiek om het voor de mens haalbare goede
Aristoteles was een bioloog, hij denkt in termen van natuurlijke groei en bloei. Vandaar uit stelt hij de vraag:
hoe kan de mens zich het beste ontwikkelen?
wat kan de mens daardoor bereiken?
Volgens aristoteles zit er geen grondpatroon achter en boven de waarneembare werkelijkheid, maar wel daarbinnen! Alles streeft volgens natuur naar een doel. Het menselijk leven heeft een doel ´zin´.
volgens aristoteles is de mens een animal rationale, een wezen met verstand. De functie van de mens is om de activiteit van het redelijke deel van de ziel, het verstand, optimaal te voltrekken. Dit noemen we teleologische ethiek.
Wat is een goed leven volgens Aristoteles (1)?
het laatstedoel van het menselijkehandelen en het hoogstegoed: geluk
eudaimonia, een bloeiend leven
overkoepelend doel is het vervullen van je menselijkenatuur, een functie die je goed uitvoert. zelfverwekelijking!
het perfectioneren van de mens is voortreffelijkheid, virtuositeit of deugd: arète. Je bent goed mens als je deugt en je deugt als je in de praktijkoptimaalfunctioneert. deugd staat voor optimaliseringvoortreffelijkheid of bloei.
Wat is een goed leven volgens Aristoteles (2)?
pas aan het einde van je leven weet je of gelukt bent
het gaat om karakter/eigenhouding te verwerven. Iemand met karakter is voor Aristoteles bij uitstek een gemeenschapsmens, omdat hij met zijn socialevaardigheden zijn burgerschap perfect kan vervullen. Deugdzame mensen vormen de basis voor een rechtvaardigepolis.
hoe leid je een goed leven volgens aristoteles (1)?
Goed leven kan je alleen in een concretepraktijk tot stand worden gebracht
verstandigekeuzes <> houding
duurzame oefening, je moet je eigenhouding van deugdzaamheid zien te verwerven. Deze houding van praktischwijsheid verwijst naar het zelf verworven inzicht hoe, met welke deugd je in concretesituaties moet handelen