§3

• Karel V = landsheer
• Gewesten = gebieden met eigen bestuur, regels en privileges
• Karel V wilde gewesten makkelijker besturen -> hij bedacht de landvoogd en stadhouder
• Centralisatie = macht verzamelen bij 1 plaats/ persoon
• 1e hoofdstad = Brussel
• Staten-Generaal = vergadering van alle gewesten in Brussel
• Per gewest werd iemand gekozen die naar de Staten-Generaal gaat
• Karel V vraagt geld in ruil voor privilege
• Collaterale Raden (1531):

  1. Raad van State
  2. Geheime Raad
  3. Raad van Financiën
• Raad van State = buitenlandse zaken en oorlog
• Geheime Raad = binnenlandse zaken en recht
• Raad van Financiën = beheer over de schatkist
• Karel V -> iedereen moet katholiek zijn
• protestanten = ketters
• Bloedplakkaat (1550) = zoeken naar protestanten en doden op de brandstapel
• 1555 -> Karel stopt -> Filips is opvolger
• Wat gaat Filips doen?

  1. Strenger voor protestanten
  2. Verhoogde de belasting
  3. Zette de centralisatie van zijn vader voort
• Continuïteit = wat hetzelfde blijft
• Verandering = wat verandert