mens en leren

Subdecks (3)

Cards (278)

  • Hoogbegaafdheid = iemand met een IQ boven het gemiddelde : 130 en hoger
  • “Hoogbegaafdheid is de situatie waarin men erin slaagt om hoge capaciteiten die bij aanleg aanwezig zijn om te zetten in uitzonderlijke prestaties op verschillende domeinen.”
  • Uitzonderlijke prestaties: indien aanleg niet tot uiting komt = ‘onderpresteren’
  • Prevalentie = voorkomen in de maatschappij
  • Comorbiditeit = kan samen voorkomen met:
  • Etiologie = mogelijke oorzaken
  • IVT = Inkomensvervangende tegemoetkoming
  • VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap)
  • IT = Integratiegetemoetkoming
  • Hoogbegaafdheid is het verzamelwoord voor een aantal persoonskenmerken die maken dat iemand anders denkt en handelt dan de mensen rondom hem.
  • mensen met hoogbegaafdheid = Ze zijn kritisch, creatief, heel gevoelig en hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel
  • Uit onderzoek blijkt dat wanneer (hoog)begaafdheid succesvol tot ontwikkeling komt, dat de volgende drie persoonlijkheidsfactoren dan (meestal) aanwezig zijn: hoge intellectuele capaciteiten, motivatie en creatief vermogen.
  • Kenmerken die vaak bij iemand hoogbefaad voorkomen : zijnskenmerken
    →   Gevoelig
    →   Autonoom
    →   Perfectionistisch
    →   Kritisch
  • growth, of groeimindset zorgt voor motivatie, doorzettingsvermogen en zin om te leren.
  • Compacten of indikken : leerstof compacter maken. (bv enkel moeilijkere oef laten doen)
  • Peer tutoring is een werkvorm, waarbij er een helpersrelatie tussen twee of drie leerlingen is. Een groepje bestaat uit een 'begeleidende' leerling en één of meer 'begeleide' leerlingen. De leerling die het groepje begeleidt en ondersteuning biedt, heeft de leerstof onder de knie en heet 'tutor’.
  • drie tips voor ouders met een hoogbegaafd kind, bedoeld om hen te helpen de mogelijkheden van hun kind te bevorderen:

    1.  niet langer angstig te zijn en de vooroordelen dat het kind lui is, los te laten.
    2. kinderen stimuleren en uit te dagen, ook als ze zich verzetten.
    3. kinderen leren dat iets bereiken tijd en moeite kost.
  • Bias = fout beeld
  • Verdiepen = moeilijkere oef, extra info
  • Verbreden = meer leerstof aanbieden
  • hoogbegaafdheid op Kleuterleeftijd = ontwikkelingsvoorsprong
  • hoogbegaafdheid in Lagere school = hoogbegaafdheid
  • Mentaliseren = het vermogen om de oorsprong van ons eigen gedrag en dat van anderen te begrijpen.
  • Effectief mentaliseren is cruciaal voor gezonde relaties
  • Daling Warmte = stijging afwijkend gedrag
  • Zelfregulering houdt in: zelfstandig handelen en daarvoor verantwoordelijkheid nemen in de context van een bepaalde situatie/omgeving, rekening houdend met de eigen capaciteiten.
  • Angstige Hechtingsstijl:  Individuen met een angstige hechtingsstijl hebben voortdurend de angst dat hun relatie uit elkaar kan vallen.
  • kinderen in veilige gehechtheidsrelaties zoeken direct contact met of nabijheid tot de gehechtheidspersoon en laten zich snel geruststellen.
  • kinderen in vermijdende gehechtheidsrelaties zoeken weinig nabijheid en contact met de gehechtheidspersoon en wenden hun aandacht van deze persoon af.
  • kinderen in ambivalente of angstige gehechtheidsrelatie reageren boos of passief op de gehechtheidspersoon
  • kinderen in gedesorganiseerde gehechtheidsrelaties vertonen conflicterend gedrag of angst gericht op de gehechtheidspersoon, bijvoorbeeld als gevolg van bedreigende en beangstigende vormen van verzorging
  • Verticale loyaliteit, is de loyaliteit tussen ouders en kinderen
  • Horizontale loyaliteit is de loyaliteit in zelfgekozen relaties. = band tussen partners en siblings (broers en zussen)
  • Band tussen ouder en kind blijft asymmetrisch = ouder geeft meer aan kind.
  • Binnenlandse adoptie kan gaan over : kind adopteren die geen familie heeft, of in de familie (bv een stiefkind adopteren.)
  • Buitenlandse adoptie : kinderen zijn meestal niet gekend. Vaak worden de ouders door bepaalde organisatie  voorbereid.
  • Gewone adoptie : adoptie ouders krijgen gezag over kind, maar band met biologische ouders word niet verbreken. (bv : kind kan nog steeds erven van biologische ouders)
  • Volle adoptie : adoptiekind word gezien als je eigen kind (van de adoptieouders) het kind word in geen enkele manier meer geassocieerd met de biologische ouders.
  • Uit onderzoek blijkt dat de hechting bij kinderen die op ong. 1 jaar zijn geadopteerd gelijkt met het opgroeien bij je biologische ouders (bij ouderen minder)
  • Pleegouders / gastgezinnen vangen kinderen of volwassenen op die door een ernstig probleem niet in het eigen gezin kunnen wonen of niet zelfstandig kunnen wonen.