sem2 dutch openbaarvervoer woordenschap

Cards (81)

  • Het station = the station
  • de trein = train
  • het perron = the platform
  • het spoor = track
  • het ticket / het biljet = ticket
  • het loket = caisse pour billet
  • de wagen / de auto = car
  • de fiets = bike
  • de bus = the bus
  • het vliegtuig = airplaine
  • het bericht = the message
  • de bestemming = the destination
  • het rijtuig / de wagen = coach/ carriage
  • de storing = disturbance
  • de vertraging = delay / retard
  • de spoorwijziging / verandering = change
  • de tram = tramway
  • de prijs = prix
  • het sms-kaartje : carte sms
  • de reiziger = voyageurs / traveleurs
  • de app = app
  • de rit = un trajet - drive
  • het tarief = tarif / rate
  • de chauffeur / de bestuurder = the driver
  • de halte = bus stop
  • de bushokje = de bus shelter
  • de controleur = ticket inspector
  • de dienstregeling = time-table (schedule)
  • de ether = air
  • het sms'je = sms
  • het luchthaven = the airport
  • de bedevaart = the pilgimage / pèlerinage
  • het ongeluk / het ongeval = the accident
  • het buitenland = abroad
  • de rust = rest / pause
  • de autosnelweg = the motorway
  • de vermoeidheid = fatige / be tired
  • de oorzaak = cause / reason
  • de raad (-gevingen) = advice
  • het visitekaartje = carte de visite