biologie: stofwisseling en celademhaling

Cards (51)

  • functie water
    1. oplosmiddel
    2. warmte
    3. transport
    4. schokdemper
  • wat is kenmerkend aan monosachariden
    1 koolstofring
  • sucrose
    glucose + fructose
  • polysachariden
    reserve
  • zetmeel
    opslag glucose planten
  • glycogeen
    opslag glucose dieren
  • cellulose
    celwand
  • fosfolipidenkop
    hydrofiel
  • fosfolipidenstaart
    hydrofoob
  • fosfolipiden
    celmembraan
  • cholesterol
    stabiliteit celmembraan
  • triglyceriden
    vetvoorraad
  • onverzadigd
    1. dubbele
    2. goed
  • verzadigd
    1. slecht
  • steroïden
    hormonen
  • volgorde dat energievoorraad wordt aangesproken
    1. creatinefosfaat
    2. glucose
    3. glycogeen
    4. vetten
  • triglyceride bestaat uit
    1. glycerol
    2. 3 waardig alcohol
    3. vetzuren
  • hoe wordt een proteïne gevormd
    polymerisatie
  • hoe verloopt polymerisatie
    1. dehydratatiereactie
    2. peptidebinding
    3. vouwen driedimensionaal
  • uitzicht proteïne
    • einde = aminogroep
    • begin = vrije carboxylgroep
  • samenstelling ATP
    1. adenine
    2. ribose
    3. 3 fosfaatgroepen
  • hoe vormt ATP
    1. door verbranding energie
    2. door energie + P
    3. ADP + P + energie = ATP
  • hoe krijg je energie
    1. door hydrolyse ADP + P + energie
  • in welke processen wordt ATP gevormd
    1. glycolyse
    2. bèta-oxidatie
    3. anaerobe respiratie
    4. fotosynthese
  • lysosomen werken het beste
    in een zure omgeving
  • hoe zure omgeving in lysosoom
    • H+ in cel door protonenpomp
    • ATP levert energie
  • autotroof
    uit anorganisch organisch
  • waar lichtreacties
    thylakoïdmembraan
  • wat nodig
    chlorofyl A2
  • wat gebeurt in fotosysteem II
    1. fotolyse: water in O2 + 4H+ + 4e-
    2. E- exciteert door chlorofyl a2
    3. primaire elektronen acceptor ADP+P + energie = ATP
    4. ATP naar oxfose eenheid
  • wat gebeurt in fotosysteem I
    • E- exciteert door chlorofyl a1
    • primaire elektronen acceptor ADP + P + energie = ATP
    • ATP naar oxfose eenheid
    • 2e- + 2H+ +NADP+ = NADPH + H+
    • door ATP-synthase naar buiten gebracht = ATP
  • wat ontstaat er na de lichtreactie
    1. 3ATP
    2. NADPH
    3. H
    4. O2
  • waar donkerreactie
    stroma
  • wat gebeurt er tijdens donkerreactie
    • 6 CO2 aan alle C = 12 glycerine-3-fosfaat
    • 12 ATP geven fosfaat: 12 NADPH,H = 12 NADP+
    • 2 glycerine-3-fosfaat koppelen = glucose
    • 10 terug naar 6 ribulose-1,5-difosfaat
  • waar glycose
    cytoplasma
  • speciaal aan glycolyse
    geen O2
  • wat gebeurt er tijdens glycolyse
    glucose in 2 pyrodruivenzuur
  • wat is de opbrengst van glycolyse
    1. 2 ATP
    2. 2 NADPH
    3. 2 pyrodruivenzuur
  • waar oxidatieve decarboxylatie
    mitochondriën
  • wat tijdens oxidatieve decarboxylatie
    pyrodruivenzuur in Co A