Latijn - voc. 821-840

Cards (20)

  • pauci
    ~ae, ~a
    weinig
  • eques
    equitis m.
    de ruiter; de ridder
  • aetas
    aetatis v.
    de leeftijd; de periode
  • consuetudo
    consuetudinis v.
    de gewoonte
  • laus
    laudis v.
    de lof; de verdienste
  • voluntas
    voluntatis v.
    de wil
  • caput
    capitis o.
    het hoofd; het hoofdstuk
  • iter
    itineris o.
    de reis; de weg
  • opus
    operis o.
    het werk
  • (mihi) opus est + abl.
    (ik heb) nodig
  • moenia
    moenium o. mv.
    de stadsmuren
  • adventus
    adventus m.
    de aankomst
  • exercitus
    exercitus m.
    het leger
  • constare
    ~o
    [constiti, -]
    vaststaan; bestaan uit
  • demonstrare
    ~o
    aantonen
  • existimare
    ~o
    oordelen; menen
  • imperare
    ~o
    bevelen; opeisen
  • iurare
    ~o
    zweren
  • laudare
    ~o
    prijzen
  • narrare
    ~o
    vertellen